Welke informatie wordt aan ‘kleinere’ bedrijven gevraagd?
Hoewel de CSRD niet alleen over CO₂- uitstoot gaat, gaan informatieverzoeken aan ’kleinere’ bedrijven binnen de transport- en logistieke sector naar verwachting vooral over de bruto Scope-3 broeikasgasemissies. Dat zijn emissies binnen de upstream en downstreamwaardeketen die optreden buiten de Scope 1 en Scope 2 emissies van de rapporterende ondernemingen.
Hieronder staat een overzicht van de inhoud van scope 1 t/m3:
Scope 1: directe uitstoot van het bedrijf, zoals eigen vrachtwagens en zelf opgewekte energie;
Scope 2: indirecte emissies, zoals energie die wordt ingekocht en gebruikt voor verwarming, verlichting, koeling, intern transport en opslag;
Scope 3: indirecte emissies in de waardeketen, zoals uitbesteed transport en modaliteiten weg, rail,
scheepvaart en luchtvaart.
De Europese Commissie heeft in de ESRS voor CO₂-rapportage een tabel opgenomen over de Scope-3 rapportage. De Scope-3 emissies mogen daarnaast ook worden gepresenteerd volgens de ISO 14064-1:2018 norm waar ISO -14083 op afgestemd is. ISO-14083 vormt de internationale standaard voor toerekening van CO₂.
Omdat informatie verzamelen in de waardeketen complex kan zijn, mag de rapportageplichtige onderneming de eerste drie jaar sectorgemiddelden of andere indirecte maatstaven (‘proxies’) gebruiken, als het niet lukt om informatie van de waardeketen te krijgen. De onderneming moet toelichten welke inspanningen zijn geleverd om de informatie te krijgen en aan te geven hoe ze ervoor gaan zorgen dat ze in de toekomst wel aan de nodige informatie komen.
Meer informatie over deze normen, het registreren, het berekenen en toerekenen van CO₂ vind je op de pagina Co₂ meten: de toekomst voor de transport- en logistieke sector.