Andere mogelijkheden voor het opvangen van minder werk tijdens coronacrisis

Elders in de toolbox vind je al uitgebreide informatie over de NOW-regeling en over de mogelijkheid om personeel in- en uit te lenen via het Mobiliteitscentrum. Maar er zijn ook andere mogelijkheden om minder werk op te vangen.

Truck driver talking on mobile phone

Die mogelijkheden om minder werk op te vangen zijn vooral van belang zijn indien je niet voldoet aan de norm van tenminste 20% omzetverlies:

  1. Verdeling van werk
  2. Uitwisselen personeel
  3. Het (laten) opnemen van snipperdagen, atv-dagen of tvt-uren
  4. Ontslag

1. Verdeling van werk/inzetten ander werk
De CAO schrijft in artikel 71 lid 2 voor dat bij werkvermindering het werk moet worden herverdeeld onder werknemers in dezelfde of soortgelijke functie, alvorens er van ontslag sprake kan zijn. Een fulltimer dient 40 uur per week, zijnde de dagen van maandag tot en met zondag, gegarandeerd te krijgen. Die 40 uur hoeft niet in 5 dagen te worden ingevuld.

Dit betekent dat er, daar waar mogelijk, ook systemen kunnen worden bedacht waarin werknemers 1 of meer doordeweekse dagen niet worden ingezet. Het meest simpele voorbeeld is het systeem, welk in de praktijk ook al door meerdere bedrijven wordt toegepast, waarbij op 4 dagen in de week minimaal 10 uur wordt gewerkt en de werknemer de 5e dag vrij is. Binnen de onderneming kan uiteraard ook worden bezien of werknemer tijdelijk andere werkzaamheden zou kunnen vervullen dan wel her of der enig “achterstallig onderhoud” kan verrichten.

2. Uitwisselen personeel
Gelukkig zijn er zowel binnen als buiten de branche nog altijd bedrijven die het wel druk hebben en die nog wel arbeidskrachten kunnen gebruiken. Deze uitwisseling kan via het Mobiliteitscentrum geschieden maar op regionaal niveau kun je uiteraard ook afspraken maken met andere bedrijven, zowel met bedrijven binnen de sector als van buiten de sector. Het (tijdelijk) uitlenen van personeel aan deze bedrijven is wettelijk ook toegestaan indien dit geschiedt bij wijze van hulpbetoon en zonder winstbejag.

3. Het (laten) opnemen van snipperdagen, atv-dagen, tvt-uren of onbetaald verlof
In de wet is vastgelegd dat de werknemer degene is die aangeeft wanneer hij vakantie- of snipperdagen wenst op te nemen. Deze wens behoeft uiteraard de goedkeuring van de werkgever. Als de werkgever de wens van werknemer niet wenst te honoreren, dan dient hij dat schriftelijk binnen 2 weken na indiening van het verzoek dit aan werknemer mede te delen.

Deze bepaling uit de wet betekent dat een werkgever niet eenzijdig een werknemer kan opleggen om snipper-of vakantiedagen op te nemen. De cao Beroepsgoederenvervoer kent daarop 1 uitzondering die is vastgelegd in artikel 67 lid 6f. Daarin is bepaald dat een werkgever de bevoegdheid heeft om jaarlijks 3 verplichte snipperdagen aan te wijzen. Deze dagen moet direct voorafgaan aan of volgen op een feestdag. Voorts moet dit tenminste 2 maanden van tevoren schriftelijk worden bekendgemaakt. In overleg met de werknemer kan uiteraard altijd worden overeengekomen om (een deel van de) resterende snipper-en vakantiedagen op te nemen.

De CAO kent daarnaast 3,5 atv-dagen. Ook over de opname hiervan dient overleg plaats te vinden tussen werkgever en werknemer. Uiteindelijk is het echter de ondernemer die de atv-dagen vaststelt. Dit moet wel schriftelijk worden vastgelegd en wel minimaal 3 maanden van te voren bekend worden gemaakt. Als de dagen op 1 oktober van enig jaar nog niet zijn ingevuld, dan worden ze toegevoegd aan het totaal van de vakantiedagen.

Tenslotte kunnen er nog uren/dagen zijn opgespaard door toepassing van de verplichte- of de vrijwillige tvt-regeling. De verplichte tijd-voor-tijd regeling betekent dat de uren boven de 220 of 230 uur per 4 weken kunnen worden gespaard in vrije tijd. Daarbij levert 1 uur boven de gekozen grens 1 uur aan vrije tijd op. De vrijwillige tijd-voor-tijd regeling moet zijn overeengekomen met de OR/PVT of de individuele werknemers en schriftelijk te zijn vastgelegd en aangemeld bij cao-partijen. In deze regeling kan een lager aantal uren, maar niet lager dan 160, per 4 weken worden overeengekomen waarboven men tijd-voor-tijd uren gaat sparen. De uren tussen de 160 en 220 leveren 1,3 uur aan vrije tijd op.

Voor beide tijd-voor-tijd vormen geldt als hoofdregel dat de opgespaarde uren binnen 12 weken moeten worden opgenomen. Deze grens mag worden overschreden ter voorkoming van seizoensmatige werkloosheid. Ook over de opname van de verplichte tijd-voor-tijd dient tijdig overleg plaats te vinden tussen werkgever en werknemer. De uren van de vrijwillige regeling dienen vooraf te worden aangekondigd door werkgever.

Een laatste optie is nog om met bepaalde categorieën van personeel (denk aan pensionado’s) overeen te komen dat zij vooralsnog onbetaald verlof opnemen.

4. Ontslag
Indien je geen beroep kunt doen op de NOW-regeling omdat er minder dan 20% omzetverlies is en de vorige punten geen of onvoldoende soelaas bieden, dan rest je helaas niets anders dan afscheid te moeten nemen van een aantal werknemers. Voor de hand ligt dat allereerst afscheid wordt genomen van eventuele uitzendkrachten/flexwerkers en dat contracten voor bepaalde tijd die van rechtswege aflopen, niet meer worden verlengd. Is ook dat onvoldoende, dan zal hetzij op vrijwillige basis hetzij op gedwongen basis het dienstverband met vaste krachten moeten worden beëindigd.

Dat kan op verschillende manieren. De eerste is in onderling overleg. Je gaat dan met de werknemer overleggen en als die bereid is mee te werken aan een ontslag, leg je de afspraken daarover vast in een beëindigingsovereenkomst. Zo’n overeenkomst moet aan een aantal voorwaarden voldoen. TLN beschikt over een model-beëindigingsovereenkomst. Die kan via sociaal@tln.nl worden opgevraagd.

Als de werknemer niet wil meewerken dan staat er nog een tweede manier open. Dat is met toestemming van het UWV. Tegenwoordig moet zo’n aanvraag digitaal worden ingediend, waarbij aan allerlei voorwaarden moet worden voldaan. Als je daar hulp bij wenst kan mr. Piet Massuger (TLN Consultancy), T 088- 4567152, je daarbij terzijde staan.

Voor een ontslag op economische gronden gelden specifieke voorwaarden, waaronder het afspiegelingsbeginsel.

Let wel: Indien de onderneming een uitkering ingevolge de NOW ontvangt, mag je geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indienen.

Meer informatie over de coronacrisis en de transport- en logistieke sector vind je in:

  • ons liveblog dat dagelijks wordt geactualiseerd;
  • ons overzicht ‘Coronavirus en (overheids)maatregelen’:  de steunmaatregelen overheid voor ondernemers tijdens en na de coronacrisis op een rij
  • ons ‘TLN-landeninformatie’ met een overzicht van de coronavirus-maatregelen voor het beroepsgoederenvervoer per Europees land;
  • onze ‘TLN-toolbox’, met de belangrijkste handvatten op het gebied van financiën, werkgeverszaken, operationele proces, juridische zaken en overige nood- en steunmaatregelen.