Brexit: de belangrijkste uitdagingen op een rij (plus een toelichting hierop)
De Brexit is weliswaar sinds 1 januari een feit, maar dit betekent niet dat alles vanaf dag-1 duidelijk is. Integendeel. Daarom zet TLN de belangrijkste Brexit-uitdagingen van dit moment op een rij. Met – uiteraard – ook de toelichting hoe hier op de beste manier mee om te gaan.
Uitdaging 1: Het via Portbase insturen van een douanedocument naar de ferryterminal
Een veel voorkomende fout is nog steeds het gebruik van uitvoeraangiftes (exportdocument in VK) als invoeraangiftes (importdocument in EU) of Transitaangifte (doorgaande T1 of T2) in de EU.
Hoe is een Britse uitvoeraangifte te herkennen?
– Op positie 7 van het MRN staat een x
– Het MRN begint met GB
Uitdaging 2: De omgang met leeg verpakkingsmateriaal
Voor leeg verpakkingsmateriaal is altijd een douaneaangifte verplicht. Voor de flow VK-NL is ook een mondelinge aangifte mogelijk.
Hoe doe je een mondelinge aangifte?
Alleen de cargadoor kan een mondelinge aangifte doen bij de Douane. Dit doet de cargadoor met input vanuit de klant. De klant/vervoerder dient in de ENS/ATO de code ‘RP’ mee te geven. Aan de hand van deze code ziet de ferrymaatschappij dat het om lege verpakkingsmiddelen gaat en kan het per e-mail een mondelinge aangifte doen bij de Douane. Die informeert dan de ferrymaatschappij of de zendingen weg mogen en zal in incidentele gevallen zendingen aan een controle onderwerpen.
Uitdaging 3: De aanlevering van de ENS-gegevens bij de ferryterminal
Zorg dat deze gegevens de eerste keer gelijk kloppend zijn. Wat er nu vaak gebeurt, is dat in een later stadium wijzigingen worden doorgegeven. De ferrymaatschappij moet dit dan handmatig aanpassen in de ENS/ATO, waar men nu veelal geen tijd voor heeft. Uiteindelijk kan dit resulteren in vertragingen. Verschillen tussen de gegevens op de ENS/ATO en de vervolgaangiften leiden tot vragen achteraf van de Douane en kunnen leiden tot douaneboetes.
Uitdaging 4: Het gebruik van de transitaangifte vanuit het VK
Het gebruik van een T1-document (VK-EU) is erg lastig. Advies hierbij is: maak gebruik van douanekantoren in het binnenland om het T1-document geldig te maken. Nu gebeurt dit veelal bij het laatste douanekantoor richting de ferryterminal, waardoor vertraging ontstaat in het proces.
Uitdaging 5: De afhandeling van veterinaire zendingen vanuit het VK
Zorg dat je in deze gevallen altijd in het bezit bent van een D-controle conform. Ook moet je voor vertrek van de ferryterminal een afspraak hebben bij een keurpunt.
Uitdaging 6: Het verzamelen van alle relevante informatie ten behoeve van de douanedocumentatie
Om een douanedocument op te maken, zijn minimaal onderstaande gegevens nodig:
– Goederenomschrijving of goederencode
– Aantal verpakkingen en gewicht per goed
– Factuur, met daarop waarde en incoterm
– Bestemming
– Eventueel vergunningen die van toepassing zijn op specifieke zendingen
– Een machtiging directe vertegenwoordiging, of indirecte vertegenwoordiging in geval van een Engelse opdrachtgever
– Naam van het schip
Voor de voormelding in Portbase is daarnaast aanvullend nog nodig:
– Trailer- of containernummer
– Referentie/ boekingsnummer
Uitdaging 7: De ENS in Calais
In Nederland wordt de ENS-aangifte gedaan door de ferrymaatschappij, zowel in geval van onbegeleid als begeleid vervoer. In Frankrijk moet de ENS bij begeleid vervoer voor binnenkomst worden gedaan door de vervoerder. Dit kan alleen via een EDI-verbinding, via een erkende softwareleverancier. Om hun klanten te helpen, is Eurotunnel een samenwerking aangegaan met twee softwareleveranciers: Akanea en Conex. Eurotunnel heeft geen commercieel belang bij deze firma’s, maar hoopt dat de samenwerking hun klanten verder helpt. Door middel van deze leveranciers is gemakkelijker aangifte te doen in het Import Control System (ICS).
Bezoek ook onze Brexit-themapagina of onze Brexit Q&A voor alle achtergronden bij de Brexit-deal.