Brusselse zorgen over gevolgen Brexit

Winand Quaedvlieg en Jos Hupperetz trachten desgevraagd de Brexit te duiden, vanuit het perspectief van de Europese politiek.

Brexit
Brexit_EC

​Quaedvlieg vertegenwoordigt VNO-NCW en MKB-Nederland in Brussel en Hupperetz maakt deel uit van de speciale Brexit-taskforce van de Europese Commissie. Beiden hebben het stadium van hoopvol denken naar eigen zeggen inmiddels achter zich gelaten. Sterker, ze maken zich in steeds grotere mate zorgen over de gevolgen van de Brexit.

Lose-lose scenario

Quaedvlieg: ‘Lange tijd koesterde ik de hoop dat het Verenigd Koninkrijk zich zou bedenken en het besluit om de Europese Unie te verlaten zou herzien. Inmiddels lijkt dit scenario echter een gepasseerd station en stevenen we in sneltreinvaart af op een lose-lose scenario. Want een Brexit gaat het Britse bruto nationaal product de komende jaren hoe dan ook negatief beïnvloeden. In het meest positieve scenario, bij een definitieve deal tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, wordt een daling van 3,9 procent voorzien. Maar als er geen overeenstemming wordt bereikt, kan diezelfde daling over de jaren heen oplopen tot wel 9 procent of zelfs meer. Dat is heel veel geld, en waarvoor? Het is namelijk een fabeltje dat het Verenigd Koninkrijk met de Brexit haar soevereiniteit terugwint. Formeel gezien wellicht, maar in de praktijk absoluut niet.’

Niet de controle terug

Hupperetz vervolgt: ‘De werkelijkheid begint nu echt door te dringen: de kans dat we afkoersen op een harde Brexit neemt toe en eigenlijk kan niemand precies overzien wat we daarna mogen en kunnen verwachten. En ja, met de Brexit pakt het Verenigd Koninkrijk inderdaad niet de controle terug, terwijl brexiteers dat – ook nu nog – met veel stelligheid blijven beweren.’

In staat van paraatheid

Quaedvlieg en Hupperetz constateren dat alle EU-lidstaten inmiddels ‘in staat van paraatheid’ verkeren en zich terdege voorbereiden op de Brexit. Hupperetz: ‘Natuurlijk is de problematiek die de Brexit met zich meebrengt voor iedere lidstaat anders; het is helder dat de impact van de Brexit voor pak ‘m beet Litouwen minder groot is dan voor Nederland, met haar directe zeeverbindingen en havens. Maar iedereen doet goed zijn best. Exporteurs waar ook in Europa moeten ervoor zorgen dat ze de douaneformaliteiten gedaan hebben vóór hun transport vertrekt richting het Verenigd Koninkrijk. Anders ontstaat er een probleem in de ferryhavens aan de Noordzee.’ Quaedvlieg: ‘De Nederlandse regering doet er veel aan om de Brexit hoe dan ook zo soepel mogelijk te laten verlopen. Ons land staat er in Europa wat dat aangaat prima op. En wij als organisaties zijn zeer actief in de voorlichting aan onze leden en hebben constant overleg met hen.’

Afwachtende houding

Beiden onderschrijven desgevraagd de oproep aan het bedrijfsleven om tijdig en zo optimaal mogelijk de noodzakelijke voorbereidingen op de Brexit te treffen. Zorgpunt blijft het midden- en kleinbedrijf. Hupperetz hierover: ‘Tot nu toe kunnen we deze – in omvang absoluut significante – groep onvoldoende bereiken en zien we vooral een afwachtende houding, deels doordat er wordt opgezien tegen de onzekerheid en de te nemen investeringen.’ Quaedvlieg: ‘Maar het besef is er wel degelijk. De specifiek voor het midden- en kleinbedrijf georganiseerde Brexit-bijeenkomsten worden goed bezocht. Op de goed gelezen Brexit-nieuwsbrief die we elke twee weken uitsturen naar onze leden krijgen we veel positieve reacties. En inmiddels heeft meer dan de helft van alle midden- en kleinbedrijven voorbereidingen op de Brexit heeft getroffen of weten ze op z’n minst dat ze zich daarop op korte termijn moeten voorbereiden. Maar het is juist dat bedrijven aarzelen om kosten te maken, terwijl nog niet duidelijk is welke Brexit-uitkomst zich zal voordoen.’

Geen excuus

De echte duidelijkheid ontbreekt dus nog altijd. Volgens Hupperetz mag deze onzekerheid echter geen excuus zijn om vervolgens maar niets te doen. ‘De kans bestaat dat die onduidelijk er ook nog is tot kort voor 29 maart, de dag van de Brexit. Mijn advies is dan ook om in ieder geval datgene te doen wat nu al mogelijk is.’ Zo is duidelijk dat vervoerders na de Brexit hoe dan ook te maken krijgen met extra douaneformaliteiten. Hupperetz: ‘Normaal gesproken regelt niet de vervoerder maar de opdrachtgever de douaneaangiftes bij de in- en uitvoer. Toch is het raadzaam om als vervoerder bij jouw opdrachtgevers na te gaan of de juiste maatregelen zijn getroffen. Want let wel: zonder de benodigde douaneaangiftes komen jouw vrachtauto’s, als er geen akkoord is voor een overgangsperiode, na 29 maart het schip naar het Verenigd Koninkrijk niet op.’ Sowieso is het slim om als vervoerder je hele logistieke keten te analyseren, vindt Quaedvlieg. ‘Welke van jouw directe en indirecte goederenstromen staan in relatie tot het Verenigd Koninkrijk en wat betekent dit voor bijvoorbeeld de just-in-time leveringen? Maak hiervan een scherpe analyse en baseer hier vervolgens jouw noodzakelijke acties op.’

Kritische blik

Verder is het belangrijk, vinden Quaedvlieg en Hupperetz, om tijdig het benodigde Economic Operators Registration and Identification (EORI)-nummer te regelen. Dit is het douane-identificatienummer dat iedere ondernemer nodig heeft als hij douaneaangiftes doet of voor hem laat doen. Quaedvlieg: ‘Hiervoor hoeven ondernemers niet te wachten tot 29 maart. De aanvraag kan nu al kosteloos worden gedaan, waarna het EORI-nummer automatisch in werking treedt na 29 maart.’ Hij vervolgt: ‘Je kunt niet van de Douane verwachten dat ze een paar dagen vóór 29 maart een golf van 30.000 aanmeldingen kunnen verwerken. Dus doe je aanvraag gewoon nu.’ Een goede voorbereiding impliceert tevens een kritische blik op de diverse vervoersvergunningen, stelt Hupperetz. ‘Blijven deze toepasbaar op het Verenigd Koninkrijk en zo niet, welke aanpassingen kunnen dit probleem dan eventueel oplossen?’

Unieke aangelegenheid

Terwijl Quaedvlieg en Hupperetz hun verhaal doen, ontstaat het beeld dat de Brexit hoe dan ook een unieke aangelegenheid wordt – zonder dat beiden hier enige positieve waarde aan willen verbinden. Hupperetz: ‘De Brexit kent zijn weerga niet; het is de eerste keer in de historie dat een lidstaat zich van de Europese Unie gaat losmaken.’ Quaedvlieg: ‘Velen in het Verenigd Koninkrijk pretenderen nog steeds dat het slechts om details gaat. Niets is minder waar! Het uiteenrafelen van het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie is juist extreem ingewikkeld.’ Hupperetz, concluderend: ‘In al die jaren hebben we door de Europese samenwerking zoveel bereikt en bewerkstelligd. Dat is echt bijzonder en daar mogen we best trots op zijn. Maar doordat alles zo op elkaar is afgestemd geraak je nu dus niet zomaar los van elkaar.’ Het gaat daarom nog heel spannend worden richting 29 maart en zeker ook daarna. Waarbij garanties uit het verleden – helaas geen – enkele zekerheid bieden voor de toekomst.