‘Een slimme laadpaal wordt het nieuwe normaal’
De vraag naar stroom en nieuwe aansluitingen groeit sneller dan de capaciteit om deze aan te leggen. Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie bij Netbeheer Nederland, herkent de hobbels die transporteurs ervaren bij het emissievrij maken van hun wagenpark. ‘Heel vervelend als je acht jaar op een aansluiting moet wachten.’ Hij geeft tips over hoe zij zelf kunnen bijdragen aan een oplossing. ‘Ga langs bij de buren, kijk samen naar creatieve oplossingen.’
Op jullie website staat ‘zonder energie beweegt niets’. Wat beweegt jullie organisatie?
‘De energie-infrastructuur in Nederland – of gaat om gas, warmte, elektriciteit of waterstof – is een randvoorwaarde voor alles wat je wil doen. Er is geen Lowlandsfestival, geen fabriek of laadpaal die draait zonder energie-infrastructuur. Wij zetten ons dagelijks met 20.000 medewerkers in om die vitale functies toekomstbestendig te maken.’
Wat doen jullie voor de ondernemers in de transport- en logistieke sector?
‘Onze grootste groeiende klantengroep is de vervoerssector. Vroeger had je met acht miljoen huizen en enkele tienduizenden ondernemers alle aansluitingen in Nederland. Nu betekent elke laadpaal een nieuwe aansluiting erbij. Voor de transportsector komen er de komende jaren een miljoen aansluitingen bij.’
Hoe belangrijk is duurzaamheid voor jullie?
‘We willen de omslag naar duurzame, emissievrije energie zo snel mogelijk waarmaken. Tegelijkertijd is een nieuwe duurzame energie-infrastructuur nodig. Dat betekent een verzesvoudiging van het elektriciteitsnetwerk en daarnaast moet je netwerken hebben voor waterstof en warmte.’
Transporteurs zijn volop bezig met het emissievrij maken van hun vloot. De aanvraag van nieuwe, zware aansluitingen duurt op sommige plekken acht jaar. Hoe kan dat?
‘Vervelend als je als ondernemer acht jaar op een aansluiting moet wachten. Maar het gebeurt. De behoefte aan elektriciteit groeit namelijk zo snel, dat het niet lukt om elektriciteitsnetwerken in hetzelfde tempo uit te breiden. Net als andere sectoren hebben wij een tekort aan technisch personeel. Daarnaast heb je ruimte nodig voor nieuwe hoogspanningsstations en laadinfrastructuur. Straten moeten open, er moeten gleuven worden gegraven. De vergunningaanvragen daarvoor, zeker nu met stikstof, duren lang.’
Wat doen jullie hieraan?
‘Het allerbelangrijkste is sneller verzwaren: meer kabels in de grond, meer mensen die dat kunnen en meer ruimte om dat voor elkaar te krijgen. We hebben met de Minister voor Klimaat en Energie vorig jaar een landelijke aanpak voor het versneld uitbreiden van de netten en het beter benutten van de huidige netten gepresenteerd. Alleen hebben ondernemers die op korte termijn meer netcapaciteit willen daar niets aan.’
Helpt het om wetgeving aan te passen waardoor vergunningen sneller worden verstrekt en ondernemers aansluitingen kunnen delen?
‘Zeker, al helpt de val van het kabinet niet. We hopen dat de politiek doorgaat met alle plannen die er liggen. Het probleem wordt erkend. Nu moeten we vooral aan de slag gaan.’
Logistieke ondernemers opereren vaak door het hele land. Hoe staat het met de verhouding netcapaciteit in de randstad en netcapaciteit in de regio?
‘De vraag naar netcapaciteit neemt overal toe. Wel liggen in de regio’s met veel zonne- of windmolenparken kansen om elektriciteit daar meteen te benutten. En er liggen kansen bij bedrijfspanden met grote daken. Leg die vol zonnepanelen en combineer dat met opslagmogelijkheden. Dan kun je elektriciteit opwekken en meteen benutten zonder dat je verzwaring van het netwerk nodig hebt. Er zijn distributiecentra die al bijna zonder elektriciteitsaansluitingen worden gebouwd.’
TLN-leden werken hard om in 2025 emissievrij de binnenstad in te kunnen. Gaat dat lukken? Of is het verstandiger om dat streven los te laten?
‘De toekomst voor vervoer is grotendeels elektrisch. Daar moeten we mee door in een zo snel mogelijk tempo. We zien dat de invoering van de zero-emissiezones, de aanschaf van elektrische trucks en busjes en het beschikbaar komen van nieuwe aansluitingen niet gelijk oploopt. In principe is elke deadline haalbaar, als je je focust op de uitvoering.’
Wordt er voldoende met gemeenten en wegbeheerders gepraat over locaties waar meer aansluitingen op het net noodzakelijk zijn?
‘Ondernemers kunnen gemeentes aansporen: kom met een goede langetermijnplan. Hoe regel je voldoende ruimte voor laadvoorzieningen, ook in drukke binnensteden en aan de randen van je stad met hubs? Zorg dat ondernemers voor langere termijn weten waar ze aan toe zijn. Laten we samen de druk opvoeren. Er zijn veel gemeentes die willen. Maar coherent beleid en een goede toekomstvisie van ‘zo willen wij elektrisch vervoer’, ontbreken vaak.’
Hebben jullie een boodschap voor gemeenten?
‘Zie netcapaciteit niet als randvoorwaarde, maar als startpunt voor denken over zero-emissie of transporthubs. De gemeente die als eerste zijn netcapaciteit op orde heeft, kan ook als eerste een zero-emissiezone invoeren of hubs bouwen. Het mooiste voorbeeld is de Watthub in Geldermalsen. Daar is écht met de gemeente gekeken. We hebben een zonnepark en windmolens, kunnen we daar een logistieke hub voor zwaar, elektrisch bouwverkeer aan koppelen? Daar kun je je betonwagen nu direct laden met stroom van de windmolen in de buurt.’
Kunnen ondernemers zelf verder bijdragen aan oplossingen?’
‘We roepen ondernemers op om het bestaande elektriciteitsnet efficiënter en slimmer te gebruiken. Zeker op grote bedrijventerreinen is driekwart van de tijd best ruimte. Daar zitten allerlei bedrijven naast elkaar die het stroomnet op andere momenten gebruiken. Vrachtwagens laden niet de hele dag en een bakkerij bakt misschien alleen ’s ochtends. Hoe kun je dat combineren en ‘files’ voorkomen? Daar wordt slimme wetgeving voor gemaakt. Het zou fijn zijn als die er snel komt.’
Heb je andere tips voor ondernemers?
‘Ga koffiedrinken met je buurman, kijk samen wat mogelijk is. En laat geen dak onbenut. Ga zelf aan de slag met het opwekken van energie. Zodat je lokaal kunt laden. En drie: de slimme laadpaal die je stroom geeft wanneer je het nodig hebt, wordt het nieuwe normaal.’
Dit artikel is reeds gepubliceerd in HUB, hét ledenblad van TLN. Auteur: Suzanne Docter