Handhaving milieuzone Maasvlakte: maatregelen nodig
Het is voor de gemeente Rotterdam lastig boetes te innen voor buitenlandse chauffeurs die met een te oude vrachtauto de milieuzone op de Maasvlakte inrijden. TLN pleit daarom voor Europese afspraken over de uitwisseling van kenteken-informatie.
Op de Maasvlakte mogen alleen vrachtauto’s met een Euro 6-motor komen. Voertuigen die geen Euro 6-motor hebben mogen er wel op, mits ze niet ouder zijn dan zeven jaar. De toegangseisen gelden voor alle vrachtauto’s. Ongeveer 10% van de voertuigen op de Maasvlakte heeft een buitenlands kenteken. In het gebied hangen camera’s die aan het kenteken van een vrachtauto kunnen zien of die wel of niet de milieuzone mag inrijden. Een chauffeur die de regels van de milieuzone overtreedt, kan dus een boete verwachten. Dat geldt echter alleen voor Nederlandse voertuigen.
Boetes lastig te innen
Om vast te stellen of een voertuig in overtreding is, zijn gegevens van dat voertuig nodig, zoals de Euroklasse en de leeftijd. Om boetes te kunnen versturen zijn gegevens van de kentekenhouder nodig. Van Nederlandse voertuigen zijn al die gegevens bekend, maar van buitenlandse kentekens niet. Er bestaan in de EU geen afspraken tussen lidstaten om voor deze overtredingen dergelijke gegevens uit te wisselen. Daarom heeft Rotterdam een registratieverplichting voor buitenlandse voertuigen ingevoerd.
Het probleem is dat slechts ongeveer de helft van alle buitenlandse vrachtauto’s die op de Maasvlakte komt, geregistreerd is. Om de eigenaarsgegevens te achterhalen van de andere helft, is medewerking nodig van de buitenlandse registratieautoriteiten (‘RDW’s’). Die blijken dat vaak te weigeren. Daarnaast blijkt dat boetes voor vrachtauto’s waarvan de gegevens wel bekend zijn, ook niet door andere Lidstaten in behandeling worden genomen.
Oplossing: Europese afspraken
De oplossing ligt voor de hand: Europese afspraken over informatie-uitwisseling. Dan kunnen buitenlandse overtreders gewoon via camera’s betrapt en beboet worden en is de inning van de boetes ook geen probleem meer. Dat werkt. Voor onder meer snelheidsovertredingen zijn er al wel Europese afspraken over informatie-uitwisseling. De boetes voor die overtredingen worden wél geïnd: 70 tot 80 procent van de buitenlandse overtreders betaalt netjes de boete. In het kader van het Mobility Package van de Europese Commissie zijn in het Europees Parlement concrete voorstellen gedaan om een verplichting voor gegevensuitwisseling in de betreffende richtlijn op te nemen. TLN kaartte het belang van zulke afspraken eerder al aan bij de Tweede Kamer. TLN roept minister Van Nieuwenhuizen op om deze voorstellen in de Europese Raad te steunen.
Politie-inzet noodzakelijk
Om in de tussentijd toch geloofwaardig te kunnen handhaven zijn dus staandehoudingen nodig. De gemeente houdt gemiddeld elke maand een handhavingsactie op de Maasvlakte, specifiek gericht op buitenlandse kentekens. Daar is echter de inzet van de politie bij nodig, omdat de controleurs van de gemeente niet zomaar een rijdende vrachtauto tot stilstaan mogen dwingen. De politie geeft echter aan te weinig capaciteit te hebben om op grote schaal te kunnen handhaven. Het is op dit moment noodzakelijk dat de politie meer capaciteit vrijmaakt voor het staande houden van buitenlandse overtreders op de Maasvlakte. TLN roept de politie in de regio dan ook op om dit probleem meer prioriteit te geven.
Verschil in intensiteit handhaving
De intensiteit van handhaving op de Maasvlakte verschilt op dit moment nogal tussen Nederlandse en buitenlandse kentekens. Nederlandse voertuigen hebben een pakkans van 100 procent. De naleving is dan ook hoog: meer dan 99% van de Nederlandse voertuigen voldoet aan de toegangseisen. De pakkans voor buitenlandse voertuigen is veel lager. Toch blijkt bij de staandehoudingen dat de naleving van buitenlandse voertuigen ook hoog is, maar lager dan voor Nederlandse voertuigen. Het percentage schommelt tussen de 80 en 90 procent.
Bij milieuzones in de binnensteden geldt overigens hetzelfde: ook daar is het lastig om buitenlandse overtreders te beboeten. Maar omdat in Nederlandse binnensteden bijna geen buitenlandse vrachtauto’s komen, is het probleem daar minder urgent.