Hoe word je 100 in de transport en logistiek?

Koopman Logistics Group B.V. ontkiemde een eeuw geleden in het Groningse dorpje Briltil. Het Zuid-Limburgse J.H. van der Heijden Internationale Transporten B.V. deed datzelfde in het schilderachtige Wahlwiller. In beide dorpen stond een eigenzinnige grondlegger aan de basis van een lange bedrijfshistorie. Hoewel de overeenkomsten opvallen, zijn het vooral de verschillen die beide bedrijven op hun eigen wijze doeltreffend maken.

100 jaar

Wat Siebe Koopman ooit begon als smederij zou uitgroeien tot een bloeiend internationaal logistiek bedrijf met meer dan duizend werknemers en honderden vrachtwagens. Soms zijn de broers en vierde generatie, Harm en Klaas Koopman, op de vestiging in Noordhoorn. Maar HUB ontvangen ze op hun landelijk centraal gelegen vestiging van Koopman in Nijkerk. Onder meer van daaruit wordt het vervoer van auto’s gecoördineerd en uitgevoerd, naast de complete FTL-operatie van cargo.  

De broers bewonderen de ondernemende stap van hun overgrootvader om naast het smelten van staal ook met het vervoer van melkbussen te starten. Die bussen gingen in een viercilinder Chevrolet die Siebe een eeuw geleden nog voor 600 gulden kon aanschaffen. Het waren andere tijden. Klaas: ‘Ik vind het prachtig dat het metaalbewerkingsbedrijf dat hij begon iets heel anders is geworden. Wij zijn door de vele jaren heen een bedrijf gebleken dat zich vanuit eigen kracht aanpast aan de markt. En daar begon onze overgrootvader dus al mee.’ 

Een visionair besluit
In de jaren zestig zou de grondlegger nog een andere beslissende stap zetten voor het bedrijf dat tot dan toe algemeen goederen- en personenvervoer verzorgde. ‘We namen al wel eens auto’s mee naar Groningen, maar Siebe besloot om autovervoer er structureel bij te gaan doen. Hij bleek daarin visionair en hij toonde durf door een diepte-investering. Hij kocht namelijk meteen twee wagens met aanhanger. Terwijl het onbestaanbaar was om zoiets te doen. Destijds was algemeen de gedachte ‘een auto heeft toch al eigen wielen waarmee je hem naar zijn bestemming kunt brengen?’  

Maar strategisch bleek het een uitstekende stap, want inmiddels zijn wij in Nederland veruit de grootste en in Noordwest-Europa een van de grotere autotransporteurs.’ ‘Je zou haast vergeten dat we nuchtere Groningse ondernemers zijn’, haakt Harm lachend in. ‘Zaken kunnen wild en groots zijn, uiteindelijk moeten ze natuurlijk ook gewoon kúnnen. Wij werken daarom vanuit de wijsheid dat je niet verder moet springen dan je polsstok lang is.’ 

Naast het autotransport kreeg ook het stukgoed vervoer vanaf het begin van deze eeuw een impuls toen een pool van tien bedrijven dit type vervoer gezamenlijk ging oppakken onder de naam TransMission met het Koopman-depot in Noordhorn als Noord-Nederlandse transporthub. Door de toenemende vraag naar precisievervoer van stukgoed lijkt de overname van TransMission Bergen op Zoom alweer een schot in de strategische roos. In 2018 werd Koopman verkozen tot Groninger Onderneming van het jaar en anno 2023 kan de conclusie luiden dat de onderneming zich mag rekenen tot de top-25 best presterende Nederlandse transportbedrijven. Er was dit jaar dus veel te vieren en de directie pakte dan ook uit met een mooi eeuwfeest met als motto ‘Menselijk kapitaal’. Dat onthult mooi de kern van voortvarend ondernemerschap, vindt Harm. ‘Hoe de familiecultuur is, hoe je met mensen omgaat en naar de wereld kijkt bepaalt hoe je je bedrijf voert.’  

Voor elk wat wils
Continuïteit speelt daarbij een cruciale rol, vervolgt hij. ‘Kortetermijnwinstgevendheid staat bij ons niet op de eerste plaats. Onze medewerkers staan dat wél. Je ziet onze bedrijfscultuur ook terugkomen in hoe chauffeurs met klanten omgaan en hoe medewerkers dit onderling doen. Dát is uiteindelijk de basis.’ Het kwam terug in de keuzes die Klaas en Harm voor het eeuwfeest maakten. ‘We wilden uit de sfeer blijven van zelfpromotie maar gewoon onze verjaardag vieren en onze eigen mensen en ons zakelijke netwerk daar op een dynamische manier bij betrekken. Daarom hadden we voor elk wat wils; een bruin café, een festivalterrein en een goede band. Maar ook bijvoorbeeld ook boeiende sprekers, zoals de oud-kolonel der Nederlandse strijdkrachten, Peter van Uhm. En met Myron Hamming, de stadsdichter van Groningen en een professionele dansgroep was er ook cultureel veel te beleven. We hebben dus bewust gekozen voor intelligent amusement met reflectiewaarde.’ 

Nadat de confetti was neergedwarreld draaide hun blik direct weer naar de toekomst. Harm: ‘Wij zijn een dienstverlener, geen transportbedrijf. Dat is een belangrijk element van onze visie, ook voor de toekomst. Dat onze vrachtwagens bedrijfsmiddelen zijn, zien we min of meer als bijzaak. We focussen op hoogwaardige service en merken ook dat we, mede door het autotransport, meer gezien worden als logistiek dienstverlener en gesprekspartner van onze klant. Dat zien we bijvoorbeeld terugkomen in opslag, tussenopslag en andere manieren van het werken met logistieke hubs.’ ‘Voorheen was het echt een kopersmarkt’, vult Klaas aan, ‘maar tegenwoordig schuiven we van kortetermijncontracten op naar langere samenwerkingsrelaties. Dat geeft ons ruimte om te investeren in innovatieve oplossingen en biedt ons mogelijkheden om onder meer in logistieke service nog mooie dingen te gaan doen.’ 

Een gloednieuw hoofdstuk
Toen J.H. van der Heijden Internationale Transporten onlangs verhuisde van Wahlwiller naar Hoensbroek, wist directeur Hans Van kan dat daarmee een gloednieuw hoofdstuk werd toegevoegd aan het boek van een eeuw bedrijfsgeschiedenis. Een hoofdstuk vol kansen, maar daarover later meer. ‘Het boek begon bij David van der Heijden die zijn eerste vervoer nog met paard en wagen deed voordat ook hij zijn eerste Chevrolet kocht, dat was in 1930’, zegt Van kan. Het familiebedrijf is bij hem in vreemde maar goede handen. De laatste generatie kon de onderneming namelijk niet binnen de familie overdragen en Van kan, werkzaam in de commerciële planning van vrachtvliegtuigen voor Air France/KLM, was juist op zoek naar een goed familiebedrijf om over te nemen. De overname vond ruim zes jaar plaats en inmiddels heeft Van kan de verhuizing achter de rug. ‘Dat viel mooi samen met ons 100-jarig bestaan en dus konden we dat op onze nieuwe locatie vieren. Iedere belangstellende was welkom, er kwamen zelfs bewoners uit onze vorige vestigingsplaats Wahlwiller kijken.’ 

‘SPECIALISATIE IS HET SLEUTELWOORD’

Sinds die allereerste paardenkracht ontwikkelde het bedrijf zich sterk. Van het bulkvervoer vond gaandeweg een transitie plaats naar speciaal transport. Bovendien werd voor landenspecialiteit Zwitserland gekozen. De keuze voor dat Alpenland helpt de continuïteit en biedt zelfs groeikansen voor het bedrijf, zegt Van kan. ‘Ons hele wagenpark rijdt op Zwitserland. Iedere auto gaat gemiddeld twee keer per week op en neer. Dat wil niet zeggen dat we op klantverzoek niet af en toe via andere adressen rijden, maar Zwitserland is het begin- of eindpunt van iedere rit.’ Van kan is ervan overtuigd dat specialisatie het sleutelwoord is voor nog honderd jaar klantgericht transport. ‘Door onze landenspecialiteit bouwen we een ijzersterk netwerk op dat steeds nieuwe synergieën en kansen met zich meebrengt. Dat geldt ook voor het exceptioneel transport dat we verzorgen. Waar we voorheen gekoelde transport deden, bouwden we dat af ten gunste van vervoer van bijvoorbeeld machines in kisten met afwijkende maten. Sommige meten wel vijf bij drie bij drie meter. Er is qua exceptionele maatvoering echt van alles mogelijk bij ons. Dat maakt ons een nóg sterkere nichespeler.’ 

Super duurzame hub
Ook in een ander opzicht staat J.H. van der Heijden Internationele Transporten helemaal voorgesorteerd op een vruchtbare toekomst. Dat heeft alles te maken met het nieuwe pand dat Van kan in Hoensbroek heeft laten neerzetten en dat enkele maanden geleden werd betrokken. ‘We hebben hier de ruimte om al onze 21 combinaties te parkeren en zitten bovendien pal aan de A76. Ons nieuwe pand met een grote loods en laaddocks plus deze strategische locatie bieden volop groeikansen.’ De toekomst is om nog een andere reden welkom wat Van kan betreft. ‘We hebben het pand vrijwel energieneutraal laten bouwen. Er liggen zonnepanelen op het dak, we hebben een warmtepomp en vloerverwarming. We hebben bovendien elektrische laadpunten en een busje voor het last-milevervoer naar stadscentra.’  

De volgende stappen zijn een gestage overgang op elektrisch rijden en de plaatsing van accupakketten voor energieopslag. ‘Voor het lange vervoer naar Zwitserland rijden we momenteel met Euro 6-auto’s. Maar onze klanten bestaan onder andere uit multinationals, dus met hun ondersteuning verwachten we op alternatieve diesels over te kunnen stappen.’ De toekomst biedt ook logistieke kansen, besluit Van kan. Zo wil hij de overslag efficiënter maken door van de locatie Hoensbroek een hub te maken waar ladingen over auto’s verdeeld worden. ‘Daarnaast willen we klanten helpen om voorraden naar voren te halen, zodat we ladingen voor de eerstvolgende maand hier alvast in opslag hebben. En met de opslag van exceptionele goederen gaan we ons als logistieke dienstverlener nog extra onderscheiden.’ 

Dit artikel is reeds gepubliceerd in HUB, hét ledenblad van TLN. Auteur: Baart Koster.