‘Ik wil dat we onze ambities heel hoog houden’
Vivianne Heijnen, staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft duidelijke ambities met de verduurzaming van het goederenvervoer. Ze is bereid de portemonnee te trekken als ze de sector een zetje kan geven op de weg naar duurzaam transport. Maar ze laat graag aan de markt over wat de markt kan regelen. Een interview met een zelfbewuste bestuurder die de lat hoog legt en een betere wereld wil achterlaten voor de volgende generatie.
U heeft een achtergrond in de lokale politiek. U was wethouder en locoburgemeester van Maastricht. Waarin verschilt de landelijke politiek van de lokale?
‘Ik zie veel gelijkenissen. Alleen is de schaal vele malen groter. Ik grap wel eens: waar ik het vroeger had over een ton, heb ik het nu over een miljoen. En waar ik het toen had over een miljoen, heb ik het nu over een miljard. Ik vind het heel belangrijk om de verbinding te hebben met mensen, de bedrijven, de organisaties waar je je voor inspant. Ik vroeg me van tevoren af of dat ook vanuit het Haagse zou lukken. Daar heb ik inmiddels een goede weg in gevonden. Ik ben veel in het land en breng veel werkbezoeken. Daar heb ik altijd plezier in en ik heb dat ook nodig om input te krijgen. Je haalt heel veel op.’
Wat wilt u bereiken als het gaat om duurzaam (goederen)vervoer?
‘We zijn heel erg ambitieus. We willen in 2050 het totale wegverkeer emissieloos hebben in Nederland. Op kortere termijn willen we in 2025 zero-emissie zones voor stadsdistributie hebben in 30 tot 40 steden, 50 waterstoftankstations door het hele land en een goede laadinfrastructuur.’
Welke rol spelen de EU-plannen vanuit programma ‘Fit for 55’ daarin?
‘Je hebt natuurlijk belangrijke Europese wetsvoorstellen zoals de AFIR (red. Alternative Fuels Infrastructure Directive) die zorgt dat in heel Europa voldoende laadpalen en waterstoftankstations komen. Wij hebben de laadinfrastructuur in Nederland al best goed op orde maar zeker voor het internationaal goederenvervoer is het belangrijk dat dat voor alle Europese landen gaat gelden. Daar moet je afspraken over maken.’
De ontwikkelingen rondom beperkingen van olie en gas – alsmaar stijgend prijsniveau en dreigende tekorten – zetten extra druk op de versnelling van zero-emissie ontwikkelingen. Deelt u deze mening?
‘Ik denk het wel. Ik heb ambitieus beleid omdat we allemaal zien dat onze grondstoffen op raken. We zullen op een andere manier moeten omgaan met ons milieu. Ik kom uit een partij die het heel erg belangrijk vindt om de wereld beter door te geven aan volgende generaties dan dat je hem zelf hebt aangetroffen. Dat vraagt ook een extra inspanning. Op het moment dat er schaarste ontstaat aan bepaalde grondstoffen kan dat zeker leiden tot een versnelling in alternatieve energiebronnen. Maar dat brengt ook weer de nodige uitdagingen met zich mee. Als je bijvoorbeeld sneller wilt elektrificeren, moet je zorgen dat er genoeg laadinfrastructuur en genoeg netcapaciteit is.’
U zegt dat we de laadinfrastructuur al een heel eind op orde hebben maar veel transportondernemers hebben een heel andere ervaring. Zij lopen tegen ellenlange procedures voor netverzwaringen aan. Het angstbeeld van een ondernemer is dat hij een elektrische truck heeft staan maar hem niet kan opladen…
‘We zijn er allemaal intensief mee bezig en we kijken wat mogelijk is. Voorwaarde is dat het veilig moet zijn. Maar daar wij kunnen versnellen, moeten wij het absoluut doen. We streven ernaar dat alle nieuw verkochte vrachtwagens in 2040 honderd procent emissieloos zijn. Zo laat je aan investeerders zien dat het lonend is om te investeren in laadpalen maar ook in innovatieve opslagtechnieken van elektriciteit. Ik sprak laatst de CEO van Volvo Trucks in Zweden. Hij bemerkt een kip-en-eiverhaal waar het gaat om aanschaffen van elektrische trucks en voldoende stroomvoorziening. Dus is Volvo nu ook zelf aan het investeren in laadpalen en infrastructuur voor elektrische vrachtwagens. Je ziet dat de markt creatief op zoek gaat naar mogelijkheden. ’
Om het elektrisch vrachtvervoer te stimuleren heeft u een subsidieregeling AanZET in het leven geroepen. Verbaasde het u dat de pot binnen twee uur al leeg was?
‘Ik wist dat er animo voor zou zijn. Dat de subsidie binnen twee uur op was, laat wel zien dat bedrijven er klaar voor zijn om mee te gaan in de transitie. Ik heb dan ook meteen het geld dat we voor een aantal komende jaren ter beschikking hadden naar voren gehaald. Zo kunnen we versneld elektrificeren.’
Maar is het wel genoeg? De sector twijfelt daaraan. Is er nog meer ondersteuning mogelijk vanuit de overheid?
‘Wij zoeken naar alle manieren om de CO₂-uitstoot te verminderen. Elke dieselvrachtwagen die van de weg gaat en wordt vervangen door een elektrische heeft impact. Hoe vaker dat gebeurt des te meer impact het heeft op het klimaat. Ik ben zeker van plan om nog eens heel goed te kijken naar wat er eventueel nog mogelijk is.’
Mogelijkheden om CO₂ te verminderen zitten ook in het gebruik van biobrandstoffen. Dat kan, zolang niet alle trucks op zero-emissie overgaan, een goed alternatief zijn. Alleen is de prijs veel hoger dan diesel. Ziet u daarin ook mogelijkheden om transportondernemers te ondersteunen?
‘Op dit punt heb ik geen voornemens om daar wat aan bij te sturen. Het is aan de markt om de prijs te bepalen. Je ziet dat er meer aanbod komt van hernieuwbare brandstoffen en slimmere brandstoffen. Als die markt volwassener wordt, heeft dat wellicht invloed op de prijs. We zijn altijd bereid breed te blijven kijken naar wat impact heeft. Maar we kunnen niet alles subsidiëren.’
Hoe ziet de wereld er in 2030 in de dertig tot veertig grote steden er qua goederenvervoer volgens u uit?
‘Ik denk dat het goederenvervoer richting steden altijd zal blijven. Het zal wel schoner en slimmer zijn. Dat kan doordat er bijvoorbeeld zero-emissie zones zijn ingesteld. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld het bevoorraden van een stad via hubs en dan vervolgens leveren in de binnenstad met kleine of grotere elektrische wagens. Dat betekent dat we efficiënter en slimmer gaan werken. Ik vind het interessant om te zien dat de transportsector nu al ideeën aandraagt hoe ze daar een bijdrage aan kan leveren. Het is heel mooi om te zien dat de transportsector daarin erg innovatief is.’
We zien nu al dat harmonisatie van milieu zones tussen de diverse steden een probleem is. Wat gaat u doen om harmonisatie in zero-emissie zones te bewerkstelligen?
‘Ik vind het absoluut nodig dat we voor zero-emissie zones, net als bij milieu zones een centraal loket maken waar ondernemers een ontheffing kunnen aanvragen voor meerdere gemeenten tegelijk. Een ondernemer wil ondernemen en die heeft al 100.000 dingen waar hij aan moet denken. Hij heeft helemaal geen zin om per gemeente een ontheffing te organiseren. Dat vind ik nou zo’n typisch voorbeeld waar je als overheid kunt faciliteren door daarin uniformiteit te regelen.’
Ziet u een spanning tussen de ingrijpende transitie in verduurzaming en de groeiende behoefte aan goederenvervoer?
‘We hebben een grote uitdaging om het spoor beter te benutten. Vorig jaar hebben we al 8,7 % meer vracht per spoor vervoerd. Daar zitten nog veel groeimogelijkheden in. En het is een hele duurzame manier van vervoer.’
Transporteurs die veel per spoor vervoeren hoor je ook klagen dat het spoor piept en kraakt in zijn voegen. Zit daar nou echt zo veel groeipotentieel?
‘We gaan zorgen dat we het geld dat gereserveerd is voor onderhoud aan het spoor, daadwerkelijk aan onderhoud gaan besteden. Dat is de afgelopen jaren niet altijd gebeurd. Als je plant om in 2030 25 tot 30% meer goederen per spoor te vervoeren dan kun je niet hebben dat je spoorsysteem in elkaar zakt omdat je geen goed onderhoud hebt gedaan. Met investeringen in spooronderhoud en -uitbreiding creëren we een robuust en toekomstbestendig spoorsysteem.’
De doelen voor CO₂-reductie in de mobiliteit per 2030 zijn helder en belangrijk. Houdt u er stilletjes wel eens rekening mee dat het niet snel genoeg gaat en hoe laat zich dat dan nog bijsturen?
‘Ik ben een heel optimistisch mens. Wat ik altijd heb geleerd dat als je voor jezelf de lat hoog legt, je geneigd bent om zo hoog mogelijk te springen. Ik wil dat we onze ambities heel hoog houden. Als die ambities vraagt om extra inspanningen ga ik kijken wat er aanvullend nodig is maar ik ga niet de lat verlagen.’
U bent eerder bereid extra geld ter beschikking te stellen dan de ambities te verlagen?
Dat is een goede samenvatting van hoe ik werk.’
Dit artikel is reeds gepubliceerd in Nederland Logistiek 2022, hét blad voor stakeholders van TLN. Auteur: Hans van den Berg