KPMG berekent kosten als gevolg van Brexit
De kosten voor in- en uitvoer als gevolg van de Brexit zullen jaarlijks met 387 tot 627 miljoen euro toenemen. Dat valt af te leiden uit het rapport “Impact van non-tarifaire handelsbelemmeringen als gevolg van Brexit”.
KPMG bracht het rapport uit in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Vijf cases
De genoemde bedragen zijn nog exclusief de nog niet te berekenen douanerechten, btw-uitgaven en nog onbekende sectorspecifieke markttoegangseisen. Bij specifieke eisen per sector valt te denken aan verkrijgen van en controle op fytosanitaire en veterinaire certificaten, verplichtingen vanuit CE-markering of vanuit REACH-regelgeving. In het rapport worden vijf cases uitgewerkt: vlees, snijbloemen, verf, communicatiemiddelen en brandblussers.
Moment Brexit snel naderbij
Het moment van Brexit, 29 maart 2019, komt snel naderbij. Op dit moment is de invulling van de toekomstige handelsrelatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK) nog onduidelijk. Naarmate deze onduidelijkheid langer duurt, blijft voor bedrijven en voor toezichthouders minder tijd over om zich goed voor te bereiden op de nieuwe situatie. Ondanks deze onzekerheid is het van belang dat ondernemers tijdig onderzoeken wat de potentiële impact van Brexit is voor hun organisatie.
Herinrichten supply chains
Het bedrijfsleven verwacht ook dat Brexit zorgt voor het opnieuw inrichten van supply chains. De verwachting is dat de eenmalige kosten hiervoor een veelvoud bedragen van de in het onderzoek geraamde kosten.
Veel van de fysieke handel met het VK verloopt over de Noordzee via ferry’s. De bestaande infrastructuur in de havens waar de ferry’s aanleggen, zowel aan de Nederlandse zijde als aan de zijde van het VK, is (nog) niet geschikt om als buitengrens te fungeren. Belangrijk hierbij is de fysieke ruimte die nodig is aan parkeerplaatsen en wachtruimtes voor personen- en vrachtauto.