Lastenverlichting ondernemers in zicht via nieuw Regeerakkoord
In het Regeerakkoord van 67 pagina’s zitten ook aardig wat onderwerpen die onze leden aangaan. We schetsen een beeld van de maatregelen op sociaal en fiscaal gebied en de gevolgen daarvan.
Maatregelen op sociaal en fiscaal gebied
Het nieuwe kabinet wil alle regelingen checken op belemmeringen voor werkgeverschap. Dit sluit aan bij het pleidooi van TLN om de stapeling van lasten en risico’s voor werkgevers te verlichten en te zoeken naar een nieuwe balans.
Hieronder volgen enkele plannen en de reactie van TLN.
Loondoorbetaling bij ziekte
In het regeerakkoord staan verschillende maatregelen rondom de loondoorbetaling bij ziekte, die als doel hebben het werkgeverschap aantrekkelijker te maken. Zo wordt de loondoorbetaling bij ziekte voor werkgevers tot 25 werknemers verkort van twee jaar naar één jaar. Het tweede jaar moeten deze werkgevers dan collectief verzekeren bij het UWV die dan ook de re-integratie verplichtingen overneemt.
De ontslagbescherming van twee jaar blijft echter wel in stand. TLN is van mening dat er lagere lasten en risico’s moeten komen voor alle ondernemers. Het starten met de groep tot 25 werknemers is een goede stap, maar dit moet dat wel gepaard gaan met een daadwerkelijke verlaging van kosten en administratieve verplichtingen. In de uitwerking zal dat nog moeten blijken.
Kosten van arbeidsongeschiktheid
In plaats van tien jaar financiële verantwoordelijkheid voor de WGA uitkering van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten is de werkgever straks vijf jaar financieel verantwoordelijk. Na die vijf jaar volgt een collectieve uniforme premie in plaats van een gedifferentieerde premie. Voor middelgrote en grote werkgevers zal dit inderdaad een verlichting zijn van individuele premielast en risico’s.
Ontslagrecht soepeler maar duurder
Het ontslagrecht wordt soepeler doordat meerdere mogelijke ontslaggronden bij de kantonrechter gecombineerd kunnen worden. Als de werkgever daar voor kiest kan de ontslagvergoeding (transitievergoeding) wel de helft hoger uitvallen dan wanneer hij ontslag op een enkele grond kan rechtvaardigen.
Hoewel het dringend nodig is het ontslagrecht aan te passen hangt daaraan wel een prijskaartje van 1,5 keer de huidige transitievergoeding. Veel ondernemers zullen dit niet meteen als een verlichting voelen, tenzij ze de zekerheid krijgen dat ze dan ook echt afscheid van iemand kunnen nemen.
Transitievergoeding
Werkgevers kunnen ernstig in de financiële problemen geraken wanneer zij hun bedrijf willen beëindigen wegens arbeidsongeschiktheid of pensioen. Het kabinet gaat er werk van maken dat deze werkgevers minder transitievergoeding hoeven te betalen of deze vergoeding gecompenseerd gaan krijgen. Heel fijn dat deze oplossing voor kleine bedrijven nu echt gerealiseerd gaat worden.
Tijdelijke contracten
Verschillende maatregelen raken tijdelijke contracten:
- De keten van contracten mag nu maximaal twee jaar omvatten; dat gaat weer terug naar drie jaar.
- Flexibele contracten worden opgeteld als er minder dan 6 maanden tussen zit. Op dit moment kunnen er alleen afwijkingen worden afgesproken tussen sociale partners met betrekking tot seizoensarbeid. Dit wordt ook mogelijk voor ander terugkerend tijdelijk werk dat voor maximaal 9 maanden wordt verricht. Nieuw is ook dat de minister van SZW het besluit mag nemen om dat toch mogelijk te maken als de vakbonden en werkgevers daar niet uit komen.
- Daar staat tegenover dat de werknemer vanaf dag 1 van zijn dienstverband transitievergoeding gaat opbouwen in plaats van, zoals nu, na twee jaar.
- Er komt een premiedifferentiatie in de WW, waarbij contracten voor onbepaalde duur een lager premiepercentage toegerekend krijgen dan contracten voor bepaalde tijd .
TLN vindt het positief dat er ruimere mogelijkheden voor tijdelijke contracten en meer ruimte voor afwijking van de tussenpoos komen, daar heeft TLN ook steeds voor gepleit. Er moet wel voor gewaakt worden om met een stapeling van maatregelen tijdelijke contracten duurder te maken.
Langere proeftijd mogelijk
- Als een werkgever meteen, zonder voorafgaande tijdelijke arbeidsovereenkomst, een contract voor onbepaalde tijd aanbiedt, wordt een maximale proeftijd mogelijk van vijf maanden. In het huidige recht is dat 2 maanden.
- Bij contracten langer dan twee jaar mag een proeftijd van drie maanden ingesteld worden.
- Bij andere contracten verandert er niets. Zo mag er nog steeds geen proeftijd worden afgesloten bij contracten korter dan 6 maanden.
TLN denkt dat deze maatregelen de flexibiliteit verhogen, entegelijkertijd het aanbieden van een contract voor onbepaalde tijd aantrekkelijker kunnen maken. Dat is een goede zaak.
Fiscale maatregelen
TLN is positief over de verlaging van de vennootschapsbelasting (VPB) en de inkomstenbelasting. In het algemeen betekent minder vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting dat er meer ruimte komt om te investeren en dat de Nederlandse concurrentiepositie en -vestigingsklimaat wordt verbeterd.
Een verlaging van de inkomstenbelasting betekent meestal ook een hoger besteedbaar inkomen voor de consument, wat resulteert in economische groei.
Vennootschapsbelasting
Het tarief van de vennootschapsbelasting wordt in stappen verlaagd van 25% naar 21% per 2021. Het tarief van de eerste schijf (tot 200.000 euro) gaat van 20% naar 16%. Voor de transport- en logistieke bedrijven die vallen onder VPB betekent een lager tarief minder belasting en dus meer geld beschikbaar voor de onderneming.
De verlaging van het tarief van de eerste schijf betekent specifiek voor het MKB een verbetering van de investeringscapaciteit en mogelijkheden om het eigen vermogen te versterken.
Inkomstenbelasting
Vanaf 2019 wordt er een vlakkere structuur met twee tarieven met een basistarief van 36,93% en een toptarief van 49,5% ingevoerd. Het basistarief is van toepassing op een inkomen tot 68.507 euro. Meer dan de helft van de transportbedrijven valt onder de inkomstenbelasting. Relatief veel daarvan vallen onder het hoge tarief. De verlaging daarvan betekent minder belasting en dus meer geld beschikbaar voor de onderneming.
Voor de ondernemers die nu onder het laagste tarief vallen betekent de verhoging echter een lichte verslechtering van hun belastingsituatie.
Andere belastingen
Behalve de verslechtering van de belastingsituatie voor IB-ondernemers, die nu in het lage tarief vallen, zijn er meer onderdelen uit het regeerakkoord die een nadelige invloed kunnen hebben op de belastingsituatie van een onderneming/ondernemer.
Voorbeelden hiervan zijn:
- De zelfstandigenaftrek wordt verlaagd omdat deze aftrekpost vanaf 2020 wordt afgebouwd tot het tarief van de eerste schijf.
- De verhoging van het verlaagde btw-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2019.
- De energiebelasting gaat omhoog.
- De voorwaartse verrekening van verliezen in de VPB wordt beperkt tot zes jaar (was negen jaar).
- De afschrijving van gebouwen in eigen gebruik in de VPB wordt beperkt tot een bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde (was 50%).