‘Laten zien hoe belangrijk de sector voor Nederland is’
Van doorrijden in crisistijd tot de overgang naar zero-emissie vrachtwagens; de transportsector staat nooit stil. Dat weten twee kandidaat Kamerleden van de VVD inmiddels ook. Zij gingen met vijf TLN-leden in gesprek over de uitdagingen waar hun bedrijven en de transportsector in Oost-Nederland voor staan.
Als het gesprek begint over infrastructuur is Aart Hooijer direct de eerste die van zich laat horen. ‘Ik ben al jaren betrokken bij de aanpak van knooppunt A1-A30, maar pas in 2028 gaat de eerste schop in de grond. Dan ga ik zo’n beetje met pensioen!’ grapt Hooijer. ‘Als ik er net zo lang over zou doen in mijn bedrijfsvoering, dan bestond het allang niet meer.’
Volgens de twee toekomstige Kamerleden Daarmee slaat Hooijer daarmee direct de spijker op z’n kop. ‘Het duurt heel lang’, vertelt Peter de Groot, nummer 24 op de kandidatenlijst. ‘En tegelijkertijd hebben we in het verleden gezien dat het ook anders en sneller kan. Van 2028 wordt ik ook niet blij, dus we moeten kijken waar we dit kunnen versnellen. Daar wil me zeker voor inzetten.’
Thom van Campen, fractievoorzitter van de VVD in Zwolle en nummer 16 op de kandidatenlijst van de VVD, zag de afgelopen jaren met leden ogen aan hoe lang het duurt voordat een verbreding van de weg, van tekentafel naar uitvoering gaat. ‘Wij zitten hier met de N50 richting Kampen. Ondanks dat de provincie met een zak geld naar het kabinet komt, duurt het nog jaren voordat we eenmaal kunnen beginnen. En dan kan er ook nog vertraging in het proces optreden. Ik hoor graag van jullie: hoe gaan we er dan toch voor zorgen dat die asfaltpers gaat draaien? Wat zijn jullie ideeën?’
Achterstallig onderhoud
Daar heeft Michel Wentink (Noordendorp Transport) direct antwoord op. Want hoewel aanbestedingen en de asfaltering van nieuwe wegen lang op zich laten, is er genoeg waar de twee politici volgens hem op korte termijn op kunnen richten. ‘Wij worden geconfronteerd met miljoenenschade door het achterstallig onderhoud van bruggen en wegen,’ drukt Wentink (Noordendorp Transport) de kandidaten op het hart. ‘Maar voor mijn gevoel gaat Rijkswaterstaat hier gemakzuchtig mee om’. Door de afsluiting van een Vloedstegenbrug bij Haaksbergens moet hij, samen met andere vervoerders in de regio kilometers omrijden. ‘Terwijl het gaat om een bruggetje van 10 meter’.
Arjanne Stoffelsen (Van de Brug Tanktransport) voegt daaraan toe: in de beeldvorming is het vrachtverkeer de boosdoener. Wij zijn altijd de veroorzakers van files en wij vernielen de bruggen, terwijl het juist de vervoerders zijn die schade lijden als er problemen met de weg zijn.’ Peter de Groot herkent die problemen bij Rijkswaterstaat, maar tempert ook enigszins verwachting van de transporteurs. Hierin moeten we als VVD dan maar de keuze moeten maken: ergens investeren in een extra strook asfalt, of het achterstallig onderhoud aanpakken.’
Cruciale sector
Los van de beeldvorming van onze als vervuilende, zware vrachtwagens die het wegdek kapotrijden hoopt Arjanne Stoffelsen ook op meer positieve aandacht voor de transportsector, zodat de cruciale rol van transport niet wordt vergeten. Diana Beukhof (B&M Koeriers) sluit zich daar bij aan: ‘De transportsector draait op volle toeren door, maar ook voor onze chauffeurs is het zwaar.’ Thom van Campen is daar helemaal mee eens en belooft de ondernemers dat ook in Den Haag te zullen prediken. ‘Volgens mij hebben we juist door de coronacrisis gezien hoe vitaal de transportsector is. Een sector die we lang als vanzelfsprekend hebben gezien, maar dat niet is. Want er hoeft maar iets te gebeuren en het wordt ontregeld. Het is goed als wij daar ook naar verwijzen. En dat we laten zien hoe belangrijk de sector voor Nederland is.’
Verduurzaming
Als het gesprek eenmaal gaat over de verduurzaming van de sector vraagt Van Campen de deelnemers hoe zij als ondernemers naar de overgang naar zero-emissie stadslogistiek kijken. En of zij de vernieuwing van het wagenpark binnen de overgangsperiode realistisch achten. Jörgen Groeneveld-Janssen (ddstrucking) ziet de toekomst rooskleurig in. Volgens hem kan de transitie naar zero-emissie snel gaan, maar daarbij kan de sector wel hulp gebruiken. ‘In een simpel woord: subsidie!’, schreeuwt Groenveld Janssen bijna uit. Hij wijst fijntjes op de meerprijs van een waterstof of elektrische vrachtwagen ten opzichte van het alternatief op diesel. ‘Ook wij willen duurzamer gaan rijden, maar dan hebben we ook echt subsidie nodig’.
Daar lijkt iedereen het volmondig mee eens. ‘3.5 ton voor een elektrische vrachtwagen? Dat krijg ik niet betaald’, vult Aart Hooijer aan. ‘Wij willen graag voorop lopen en elektrisch willen rijden, maar de techniek is nog lang niet zo ver’. Ook Diana Beukhof is duidelijk: ‘Zorg ervoor dat de infra om te tanken op orde is, want dan kunnen wij ons wagenpark erop aan gaan passen. Maar dan moet je echt wat met de subsidie doen, want de klant gaat er echt niet voor betalen. Die vinden het leuk dat je duurzaam vervoert, maar willen niet de portemonnee trekken’.
‘Dat is precies waar mijn vraag vandaan komt’, legt Thom Campen uit. ‘Zero-emissie stadslogistiek is mooi bedacht, maar uiteindelijk moeten jullie het betalen en verhalen bij verladers. Maar hoe realistisch is dat nou eigenlijk? Daar geven jullie nu duidelijk antwoord op’, concludeert Campen. ‘We nemen dit allemaal mee’, voegt Peter de Groot aan. ‘En we weten elkaar straks te vinden, als er wat is.’