Schonis (D66) in gesprek met drie vervoerders
TLN organiseert deze zomer een serie gesprekken tussen ondernemers en Tweede Kamerleden. Deze week werd er afgetrapt met enerzijds Rutger Schonis (D66) en anderzijds Jan van Deudekom (verhuisbedrijf Deudekom), Mark van der Drift (distributievervoerder Cornelissen) en Arnoud de Vries (sierteeltvervoerder De Winter Logistics).
Natuurlijk moest het over corona gaan. Want voor alle drie de vervoerders was de impact van de pandemie significant. Van der Drift zag de distributie voor de horeca in één klap stilvallen, maar moest ook in 24 uur tijd plots 25 procent extra volume verwerken voor de supermarkten. De Vries kende een enorme omzetdaling, en zit nu nog altijd niet op het niveau van vorig jaar. En Van Deudekom moest naarstig op zoek naar vervangende vervoersactiviteiten, om de uitblijvende kantoorverhuizingen enigszins te kunnen compenseren. Wat overigens goed is gelukt.
Enthousiast over digitalisering
Hoe staan de vervoerders in coronatijd tegenover digitalisering? Schonis is in ieder geval enthousiast, en ziet absoluut kansen op dit vlak om operaties sneller, beter en duurzamer in te richten. Van der Drift deelt die mening. Sterker, volgens hem moet digitalisering de komende jaren een van dé aandachtspunten in de sector zijn. Als voorbeeld noemt hij de digitale vrachtbrief, maar ook het project Last Mile Guidance heeft hij recent omarmt. Doel van dit project is chauffeurs slimmer, en dus veiliger en duurzamer, door binnensteden te loodsen. En ook De Vries zet in op digitale oplossingen, onder meer door deel te nemen aan een pilot met slimme verkeerslichten, om zo het aantal stops van zijn vrachtwagens bij kruisingen te minimaliseren.
De Vries noemt het feit dat de sierteeltsector al vele jaren vrachtbriefvrij opereert ‘een zegen’. Maar als dit zo’n succes is, waarom lukt het op andere plekken in de sector dan niet om dit voor elkaar te krijgen, vraagt Schonis zich af. Van der Drift wijt dit onder meer aan de onderliggende procedures die nog altijd veelal op papier zijn gebaseerd. En volgens hem wordt er in de sector vaak zo hard gewerkt, dat simpelweg de tijd ontbreekt om processen slimmer te maken.
Redeneren vanuit ontvanger
Als het om verduurzaming gaat, heeft onder meer Van Deudekom al enkele serieuze stappen gezet. Bijvoorbeeld door elektrische voertuigen aan te schaffen en, meer recent, een laadplein te initiëren waarvan elke (elektrische) vervoerder gebruik kan maken. Van Deudekom stelt dat consolidatie van goederen bepalend is voor het succes van zero emissie stadsdistributie vanuit een goederenhub. Zijn filosofie hierbij is vanuit de ontvanger te redeneren, en niet vanuit de afzender. Volgens Van Deudekom is dat de enige manier om dingen voor elkaar te krijgen, vanuit de gedachte dat degene die betaalt ook bepaalt.
Discussie ontstaat er over de toepassing van bio-LNG, iets wat onder meer bij Cornelissen gebeurt, mede omdat elektrificering van vervoer over lange afstanden niet morgen is geregeld. Schonis is wat terughoudend en vindt hybride of elektrische oplossingen voor het wegvervoer kansrijker. Bio-LNG is volgens hem, vanwege de schaarste, eerder interessant voor de scheep- en luchtvaart, modaliteiten die volgens hem meer moeite hebben met de verduurzaming dan het wegtransport.
Betrouwbare partner
Tot slot geeft Schonis de ondernemers nog de ruimte om hun wensenlijst bij hem neer te leggen. Van Deudekom benadrukt dat het belangrijk is dat de overheid duidelijkheid schept. Over de gekozen richting, en over de daarbij horende deadlines. Van der Drift hoopt vooral op een serieuze benadering. Nu ziet hij nog te vaak dat bepaalde politici van de verschillende vraagstukken in de sector een karikatuur maken, en daarmee kom je volgens hem niet verder. En de Vries wenst dat de overheid bovenal een betrouwbare partner is, met een duidelijke koers voor de lange termijn.
Moeilijk uit te leggen
Schonis gaat tot slot nog kort in op de voorgenomen vrachtwagenheffing en de terugsluis van de hieruit voortvloeiende inkomsten naar de vervoerssector. Hij maakt zich daar hard voor. Maar tegelijkertijd ziet hij ook dat wanneer er een kilometerheffing voor élke weggebruiker komt, het lastig is uit te leggen dat de terugsluis alleen voor de transportsector geldt. De investeringen uit de terugsluis, om te komen tot de nodige innovatie in schone voertuigen, zijn echter cruciaal in de ogen van Schonis, voor hem reden om zich sterk te maken voor een zo’n snel mogelijke invoering van de vrachtwagenheffing.