Tegemoetkoming voor extra Brexit-kosten
De Brexit heeft niet alleen een wissel getrokken op het aanpassingsvermogen en de flexibiliteit van vervoerders, maar ook op hun portemonnee. Effectief onderhandelen door TLN, samen met bedrijven, heeft geleid tot een ruimhartiger financiële regeling. Het is gelukt om een aantal voor de sector gunstige voorwaarden in de Brexit Adjustment Reserve (BAR) te krijgen.
De BAR-regeling biedt een financiële tegemoetkoming aan vervoerders die extra kosten maakten voor transport van en naar het Verenigd Koninkrijk. Er zit in totaal een half miljard euro in het BAR-potje. Dat die regeling voor de sector goed uitgepakt, was geen vanzelfsprekendheid, vertelt Elmer de Bruin, International Affairs Manager van TLN. ‘We zijn samen met een aantal ondernemers stevig in gesprek geweest met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Dat is er mede debet aan geweest dat de BAR-regeling ten gunste van onze leden verder is verfijnd.’ Hij is dan ook samen met Jeroen de Rijcke (deelmarktsecretaris Zeehavenlogistiek) en Roger van Straaten (econoom bij TLN) tevreden over de vruchten van de TLN-inspanningen.
Forse extra kosten
De oorspronkelijke harde criteria dekten lang niet alle kosten die vervoerders moesten maken om Brexit-conform de in- en uitvoer van en naar het Verenigd Koninkrijk te verzorgen. De Bruin: ‘Wij zijn eerst met een groep ondernemers gaan inventariseren welke kosten zij concreet gemaakt hebben en de omvang daarvan. Samen met hen hebben we EZK de nodige input geleverd. Dat heeft het ministerie bijvoorbeeld doen inzien dat vervoerders die niet zelf douaneaangifte doen, toch forse ICT-kosten moesten maken als gevolg van de Brexit. Die kosten zijn nu opgenomen in de regeling. Daarnaast hebben we veel Brexit-gerelateerde kostencomponenten in de regeling kunnen krijgen. Helaas konden kosten door wachttijden en lagere omloopsnelheid niet worden meegenomen. Een honderd procent aanwijsbare link met Brexit is namelijk niet te maken en de Europese Commissie is streng in de beoordeling. Maar communicatiekosten en investeringen in opleidingen zijn weer wel meegenomen.’
Disruptie supply chain
Zeker in het begin van de Brexit moesten vervoerders extra materieel inzetten door de enorme stagnatie van goederenstromen, vertelt De Bruin. ‘Als gevolg van die disruptie van de supply chain stonden containers daardoor soms wel twee tot drie dagen vast in de haven. Terwijl die goederen wél gewoon vervoerd moeten worden. Wat gebeurt er dan? Dan gaat een vervoerder tijdelijk extra materieel inhuren om de lading in beweging te krijgen. Een deel van deze kosten hebben we in de regeling kunnen krijgen. Alles bij elkaar opgeteld hebben de Brexit-voorbereidingen en -aanpassingen de sector tientallen miljoenen euro gekost.’
Vanaf 1 januari 2018
‘We zijn blij dat we die kostenposten in de regeling hebben kunnen onderhandelen, want die zaten er oorspronkelijk niet in’, zegt Jeroen de Rijcke. Nu maken ondernemers die individueel een beroep doen op de regeling, aanspraak op een gedeeltelijke vergoeding van de gemaakte kosten. De BAR gaat vanaf 1 mei aanstaande gelden. De regeling richt zich op een vergoeding van extra kosten uit het verleden en van kosten die nog gemaakt gaan worden. Voor die eerste categorie kosten kwam nog een vervelende verrassing uit de hoge hoed. Oorspronkelijk wilde de Europese Commissie extra kosten vanaf 1 juli 2020 vergoeden. De Rijcke: ‘Wij vonden het onrechtvaardig dat leden die zich al vroegtijdig op de Brexit hadden voorbereid met lege handen zouden komen te staan.’ Uiteindelijk is besloten dat gemaakte kosten vanaf 1 januari 2018 tot 1 mei 2022 voor de subsidieregeling mee kunnen tellen. De subsidiepot is wel begrensd tot bepaalde maxima.
Administratief eenvoudig
De toekomstige kosten die voor vergoeding in aanmerking kunnen komen, moeten zijn gemaakt in de periode tussen 1 mei 2022 en 1 juni 2023. Kúnnen komen, want er moet wel worden aangetoond dat ze een honderd procent relatie hebben met de Brexit. Dat gaat geen ‘rocket science’ worden, omdat BAR administratief zo eenvoudig mogelijk is ingericht. De Bruin: ‘Vervoerders hoeven straks geen accountantsverklaringen te overhandigen. Als ze bonnetjes kunnen laten zien, is dat in feite voldoende om een financiële tegemoetkoming te ontvangen.’ Ook gaan boekingen als bewijsmateriaal dienen. Die zijn vrij gemakkelijk uit de systemen van vervoerders te halen. Maar wel is belangrijk dat er een directe relatie bestaat tussen de gemaakte kosten en de Brexit. En zoals gebruikelijk bij een pot geld: wie het eerst komt, het eerst maalt. De Rijcke: ‘Daarom roepen we bedrijven op van deze regeling gebruik te maken. Elke euro is er immers één. Al krijg je maar twintig mille, dat is achteraf toch mooi meegenomen.’
Mei
In de loop van mei wordt duidelijk welke actie bedrijven moeten nemen om in aanmerking te komen voor BAR-gelden. TLN roept haar leden op tijdig gebruik te maken van de regeling.