Terugblik op debat ‘Bereikbaar en schoon, de binnenstad van 2025’
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen vond op donderdag 9 november de verkiezingsbijeenkomst ‘Bereikbaar en schoon: de binnenstad van 2025’ plaats. Transport en Logistiek Nederland en VNO-NCW West namen het initiatief om in de regio Noord-Holland en Zuid-Holland dit debat te organiseren rondom het thema zero-emissie stadslogistiek. Dit was in samenwerking met Bouwend Nederland, Techniek Nederland en INretail.
Het gesprek aangaan
De deelnemende partners wilden met deze bijeenkomst (regionale) partijen die zich bezighouden met zero-emissie stadslogistiek bij elkaar brengen en met elkaar het gesprek aangaan over de kansen en uitdagingen rondom duurzame stadslogistiek. Een uitnodiging ging naar (kandidaat-) Kamerleden, lokale en regionale politici en ambtenaren die zich bezighouden met het ZES dossier. In Malietoren in Den Haag zaten ook leden van de verschillende brancheorganisaties.
‘De praktijk’
De TLN-leden Wim Roks, wagenparkbeheerder bij Simon Loos, en Rinse van der Woude van de logistieke hub ‘Hubbel’ trapten de bijeenkomst af met een presentatie over hun rol als koplopers op het gebied van zero-emissie logistiek. Na deze inleiding werd de discussie geopend. Wessel Deelstra (public affairs adviseur bij TLN) en Rogier Krabbendam (directeur public affairs VNO-NCW West) gingen aan de hand van video’s van ondernemers en stellingen het gesprek met de politici, de ondernemers en de zaal aan. Ook praatten later in de discussie (kandidaat-) Kamerleden Lisa van Ginneken (D66) en Gerard van Hooft (50PLUS) op het podium mee. TLN’er Wessel Deelstra was één van de organisatoren van het debat: “Het was goed om te merken dat het onderwerp een hoop losmaakt. Het onderwerp leeft! Of het nu gaat over de laadinfrastructuur, elektriciteitsnetcapaciteit of over het harmoniseren van de spelregels rondom ZES. In de discussie tijdens het debat werd duidelijk dat er bereidheid is om mee te denken en om mee te werken. In de zaal en daarna zochten gemeenten, provincies, de landelijke politiek en de ondernemers elkaar op om aan te geven hoe zij konden bijdragen aan de opgaven en wat ze daarvoor van de anderen nodig hadden.”