TLN: inefficiënte Europese oplossingen bedreigen Nederlandse concurrentiepositie
De EU dreigt met maatregelen voor de transportsector oneerlijke concurrentie te stimuleren. Daarnaast liggen administratieve rompslomp en leeg rijdende vrachtauto’s op de loer. Morgen stemt het Europees Parlement over dit deel van het Mobility Package.
De Nederlandse transportsector bloeit: orderportefeuilles van transportbedrijven zitten vol, er is veel werk voor vrachtwagenchauffeurs. Maar Europese plannen in het kader van het zogeheten Mobility Package dreigen hier een dikke streep door te zetten, door oneerlijke concurrentie van vooral Oost-Europese transportbedrijven vrij baan te geven. Morgen stemt het Europees Parlement over deze maatregelen en TLN roept Europarlementariërs op om niet akkoord te gaan met grote delen van de huidige voorstellen.
Oneerlijke concurrentie
De Europese Commissie wil binnenlands vervoer door een buitenlands bedrijf (‘cabotage’) vijf dagen achter elkaar onbeperkt toestaan. Dit betekent dat bijvoorbeeld een Pools of een Roemeens bedrijf dat voor een internationale rit in Nederland moet zijn, de dagen erna vijf dagen lang vrijelijk opdrachten kan doen binnen Nederland. Maar dan tegen veel lagere kosten doen dan zijn Nederlandse concurrent. Want ook al moet hij voor die ritten wel Nederlands loon betalen, hij betaalt niet dezelfde (hoge) sociale premies. En die premies zijn in Nederland 30 procent van de kosten. Deze oneerlijke concurrentie is niet goed voor de BV Nederland. TLN vindt daarom dat we beter de huidige regels kunnen houden, waarin buitenlandse bedrijven maximaal drie binnenlandse ritten in een week mogen uitvoeren.
Naast een raamwerk voor oneerlijke concurrentie, brengt de Europese Commissie met haar voorstellen inefficiënte oplossingen voor problemen die wel degelijk spelen in de Europese transportsector: de grote loonverschillen tussen de lidstaten en het nomadenbestaan dat sommige chauffeurs leiden.
Elke paar uur een ander loon
De voorstellen bevatten een zogeheten detacheringsrichtlijn, waarbij chauffeurs betaald krijgen volgens de regels van het land waar ze op dat moment rijden. Bij een internationale rit van bijvoorbeeld Eindhoven naar het Franse Straatsburg, zou dit betekenen dat voor de chauffeur elke paar uur in principe een ander loon zou gelden. Dat moet bijgehouden worden, dat moet administratief verwerkt worden. Transportbedrijven zouden een kostbaar administratief apparaat moeten optuigen. TLN vindt ook dat er een gelijk speelveld nodig is en dat chauffeurs gelijk loon voor gelijk werk verdienen. Maar de Commissie schiet met dit voorstel haar doel voorbij.
Verplicht leeg rijdende vrachtauto’s
Het Europees Parlement wil, terecht, niet dat chauffeurs maandenlang onderweg zijn. Maar het parlement stelt voor dat niet alleen de chauffeur, maar ook de vrachtauto elke drie weken naar het land van herkomst terugkeert. En omdat er vanuit West- naar Oost-Europa veel minder lading te vervoeren is, betekent dit dat er straks vrachtauto’s voor niets leeg terugrijden naar het oosten. Ook TLN is tegen het nomadenbestaan van chauffeurs en vindt dat chauffeurs eens per vier weken terug naar huis moeten kunnen. Maar het verplicht terugsturen van de vrachtauto is totaal onzinnig, vindt TLN. Zoals dat ook niet voor vliegtuigen, treinen of schepen geldt, zo zou dat ook niet moeten gelden voor vrachtauto’s.
Geen duidelijkheid vóór zomer 2019
Het is hierna aan de ministers van Transport van de Europese lidstaten om een oordeel te vormen over de voorstellen uit het Mobility Package. De verwachting is dat er niet vóór de zomer van 2019 een besluit valt in Brussel over deze regels.