TLN overlegt met overheid over maatregelen bij extreem weer
TLN gaat met de overheid en andere partners overleggen over maatregelen om problemen met vrachtverkeer bij extreme weersomstandigheden te voorkomen.
Aanleiding is het feit dat tijdens de uitzonderlijk zware storm van 18 januari een fors aantal vrachtauto’s is gekanteld, ondanks de waarschuwingen en adviezen van onder meer TLN, Rijkswaterstaat en het KNMI. Minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en TLN-voorzitter Arthur van Dijk hebben afgelopen weekend afgesproken hierover op korte termijn in gesprek te gaan.
Eigen verantwoordelijkheid
TLN begrijpt dat de transportsector wordt aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid en professionaliteit. Uiteindelijk maakt een chauffeur in samenspraak met het transportbedrijf de afweging of het verantwoord is de weg op te gaan.
Dat is van geval tot geval verschillend, waarbij de noodzaak van actuele en adequate informatie voorwaarde is voor een goede besluitvorming. De storm van 18 januari maakte duidelijk dat niet in alle gevallen de juiste afwegingen zijn gemaakt, met aanzienlijke schade en overlast tot gevolg.
Buitenlandse chauffeurs
TLN en Rijkswaterstaat hebben geconstateerd dat het bij een groot deel van de omgewaaide vrachtauto’s om buitenlandse chauffeurs ging. Dat is een belangrijk gegeven in het kader van tijdige en toegespitste informatievoorziening. Bekeken moet worden op welke wijze deze groep tijdig kan worden bereikt kan.
Daarnaast heeft de sector behoefte aan meer informatie-uitwisseling over de plekken waar grote risico’s zijn bij sterke wind en andere extreme omstandigheden voor het vrachtverkeer. Onderwerp van de evaluatie is ook het tijdstip van bekendmaking van een alarmcode rood. Veel voertuigen waren op 18 januari al onderweg toen de alarmcode naar rood werd opgehoogd.