In de jaren zestig hadden de Staatsmijnen (later DSM) werkplaatsen waar invalide geraakte mijnwerkers werkzaamheden konden verrichten, om zo een zinnige dagbesteding te hebben. Een van de activiteiten was het maken van modelauto’s. Er werd gebruik gemaakt van een legering van zink en aluminium om de personenauto’s, vrachtwagens en autobussen te gieten. De medewerkers maakten ook alle kunststofonderdelen voor de modelauto. In 1996 nam Vincent Nies de organisatie over. De naam veranderde in Holland Oto. De overname betekende ook de verandering van sociale werkplaats naar producent en distributeur van miniaturen.

Grafische en technische kennis
Anno 2021 is het gespecialiseerd werk. Bram Sevens: ‘Alle onderdelen van onze miniaturen komen uit China. Afhankelijk van het type vrachtauto bestaat een miniatuur uit wel 40 tot 80 onderdelen. Denk aan de ruiten, velgen, banden en het interieur. Het handwerk en het persoonlijk maken van het product gebeurt hier in Weert. Het maken van het product heeft in de afgelopen jaren een digitaliseringslag gekregen. We hebben minder mensen nodig, maar wel mensen met een grafische en technische kennis. De werktekeningen maken we digitaal en volledig naar wens van de klant. Als deze akkoord is, lakken we alle losse onderdelen in de juiste kleur van het bedrijf. Daarna komt de bedrukking erop te staan. We gebruiken hiervoor géén stickers. Het product krijgt met stickers een goedkopere uitstraling. Wij beschikken over de modernste druktechnieken waardoor zelfs het drukken van fullcolour bestanden of foto’s geen enkel probleem is. Tot slot assembleren onze medewerkers alle onderdelen tot een hoogwaardig product’.

Productie in Nederland
Sevens vervolgt: ‘Doordat we alle miniaturen in Nederland in elkaar zetten, zijn we veel minder afhankelijk van China. We zorgen ervoor dat we altijd genoeg onderdelen op voorraad hebben. Zeker in coronatijd hebben we hier enorm van geprofiteerd. We konden binnen drie weken een miniatuur leveren. Een ander groot voordeel is dat we vanaf 50 stuks kunnen leveren. We hebben alle machines hier in Nederland staan en kunnen zo makkelijk schakelen.’

Transitie van het wagenpark 
Steeds meer vrachtauto’s zullen op stroom of waterstof gaan rijden. Hoe ga je als miniatuurbouwer om met deze verandering? ‘Bedrijven zijn trots op de transitie binnen hun wagenpark en willen dit ook graag aan relaties laten zien’, zegt Sevens. ‘Busmaatschappijen zijn een stukje verder dan transportbedrijven. Sommige miniaturen zijn al aangepast. We laten dit zien door een laadpaal bij het miniatuur te leveren. Of door in de bedrukking of verpakking iets te wijzigen. Ik verwacht dat we bij de vrachtauto’s ook zonnepanelen gaan zien. Als jullie over vijf jaar hier terugkomen, staan in de vitrinekast ook duurzame vrachtauto’s. Wat dat betreft ziet de toekomst er voor ons rooskleurig uit. Er zijn veel mogelijkheden om een wagenpark van miniaturen een duurzame uitstraling te geven.’

Relatiegeschenk
‘De verzamelwereld is nog steeds groot. Je ziet dat de beurzen voordat corona uitbrak nog altijd goed bezocht werden. Echte verzamelaars zoeken lang naar een bepaald model. Vooral in de agrarische sector verzamelen veel mensen miniaturen. Onder jong publiek zijn vrachtauto’s en landbouwvoertuigen populair. Maar voor transportondernemers geldt vooral dat je iets herkenbaars neerzet waar je trots op bent. Daarnaast vinden ondernemers het leuk om het product als relatiegeschenk weg te geven. Afgelopen jaar hebben we dat ook gezien met de kerstpakketten: een miniatuur voor de medewerkers. Ons product krijgt altijd een mooi plekje bij de klant.’

Dit artikel is geschreven door Jennifer Visser, communicatieadviseur bij TLN en redacteur van HUB