Wie niet is aangehaakt op digitalisering overleeft niet
Het is de nuchtere constatering van Alwin Schweckhorst, algemeen directeur van Rabelink Logistics: ‘we hebben één slagader binnen ons bedrijf: ICT/digitalisering. Zonder zijn we direct dood.’ Wie hem kent hoort het hem zeggen, met zijn kenmerkende Achterhoekse tongval en zijn no nonsense inslag. Maar digitalisering is geen doel op zich bij Rabelink. ‘De mens staat centraal bij ons, of het nu om de medewerkers gaat of de klanten.’ Juliette van Neerijnen (JvN), coördinator Innovatie bij TLN, sprak voor de serie ‘de stand van de digitalisering’ met de selfmade man en leider van een vooruitstrevende logistieke onderneming.
JvN: Hoe zijn jullie met de digitalisering begonnen?
Alwin Schweckhorst (AS): ‘Digitalisering heeft altijd op de agenda gestaan. Bedrijven waarmee wij gingen werken vroegen dat. Maar het was voor ons ook heel helder: als je in de markt stappen wilt maken, is het een absolute must is om goed geautomatiseerd te zijn. Zonder automatisering vallen we om. Data ophalen en data-analyse zijn verschrikkelijk belangrijk. We willen weten aan welke knoppen we moeten en kunnen draaien, hoe we kunnen bijsturen. Optimaliseren houdt nooit op, voor ons niet en voor onze klanten niet.’
Rabelink is een logistieke dienstverlener met drie takken: transport, logistiek en lucht- en zeevracht. In 1998 nam Schweckhorst – opgeklommen van chauffeur naar magazijnchef tot directeur – een bijna failliet bedrijf over en reorganiseerde snel. Nog datzelfde jaar werd een negatief resultaat van zo’n acht ton van het voorgaande jaar omgebogen naar een plus van 100.000 gulden. Inmiddels tikt het bedrijf de 70 miljoen euro aan. Rabelink zit in de food – snoepgoed, kruiden en noten – en non-food, de bouwindustrie, met als grote klant een deurenproducent. 100.000 bedrijfsdeuren vervoert Rabelink door heel Europa, zo’n honderd trailers per week. Een mooi voorbeeld voor Schweckhorst waarmee hij zijn visie op samenwerking, ook in digitalisering, laat zien.
AS: ‘Wij krijgen van Alpha deuren Nederland een productieforecast doorgestuurd voor gemiddeld 2000 deuren per week. Wij laten ons planpakket (ORD) met logaritmes er overheen lopen voor een complete Europese distributie. Daar rolt een planvolgorde uit die wij naar de fabriek terugschieten en die de uiteindelijke productievolgorde bepaalt. De deuren kunnen uit de fabriek zo overgereden worden in de auto.’ Het is een typisch voorbeeld van ons strategisch speerpunt, customer intimacy, volgens Schweckhorst. ‘We noemen het klantpartnerschap, je moet in de huid van je klant kruipen en denken wat voor hem nou de ideale oplossing kan zijn. We zitten samen rond de tafel om dit soort oplossingen te bedenken. Onze drijfveer zit in oplossingen zoeken in de supplychain. We kijken naar end-to-end-oplossingen.’
JvN: Bij al jullie klanten?
AS: ‘Ja, zeker bij grotere klanten. De vraag gaat heel snel. Wij creëren die vraag ook zelf bij onze klanten door ideeën bij hun neer te leggen. Neem bijvoorbeeld het containervervoer dat is in de loop van de jaren ontzettend is gegroeid. We willen zelf regie hebben op de complete aanvoerlijn van onze klant en naar ons eigen warehouse. Maar het containervervoer is een wereld apart. In de tarieven zitten ontzettend veel kleine schakeltjes. Door daar slim mee om te gaan en goeie afspraken te maken, kun je de regie naar je toetrekken waardoor je de nodige flexibiliteit creëert en voor de klant heel veel geld kunt besparen. Dat gaat soms om tonnen!’
JvN: Hoe is jullie proces gedigitaliseerd?
AS: ‘De opdracht van de klant digitaal komt binnen via XML of weborder-entry systeem. Althans het overgrote deel. We hebben een kleine klant die nog faxt – ik ga ‘m inlijsten – maar we komen langzaam aan bij het punt dat we diegenen die niet meegaan in digitalisering niet meer kunnen bedienen. Handwerk is te bewerkelijk. De opdracht komt vervolgens binnen in ons pakket Blu Jay waaraan weer planpakketten (ORD ortec) en onze boordcomputers (Prometheus) gekoppeld zijn. Daaraan zit een urenregisitratiekoppeling vast die naar Afas toe gaat. Het hele plaatje zit aan elkaar verbonden met goede stabiele systemen van bedrijven die continu doorontwikkelen.’
JvN: Hoe gaan jullie om met updates?
AS: ‘Blu Jay is ons operationele systeem voor de drie divisies. Dit onze backbone voor lucht- en zeevracht, transport en het warehouse. Doel is zoveel mogelijk bij de basisversie te blijven. We laten hier niet van alles inbouwen want dan zit je telkens met enorme updatekosten. De jongens en meiden van onze business IT zijn superhandig om zelf stukjes tussen de diverse pakketten te bouwen. Boven Blue Jay zit een IT platform waar de systeem-communicatie tussen onze klant en Rabelink doorheen gaat. We doen dat zoveel mogelijk zelf.’
JvN: Hoeveel IT’ers hebben jullie in dienst?
AS: ‘We hebben negen mensen op onze IT-afdeling zitten maar als we het aantal ‘digi-handige’ medewerkers meetellen dat in de ‘gewone’ business zit maar die we in projecten kunnen trekken, komen we op zo’n 20 à 25.’
JvN: Is de aansturing van jullie warehouse ook volledig geautomatiseerd?
AS: ‘De orderaansturing is allemaal via XML-verbinding geregeld omdat je de status van de orders moet teruggeven aan je klanten. Als een container onderweg is, krijg je de paklijst al binnen dus we hebben al een forecast van wat er in ons magazijn binnenkomt. We maken een voorplanning en we zetten een reservering voor voorraden voordat de goederen überhaupt fysiek aanwezig zijn. We automatiseren wat we kunnen maar uiteindelijk moet het wel wat brengen. Het gaat om what’s in it voor de klant maar ook om what’s in it for us.’
JvN: Hoeveel heeft je automatisering/digitalisering gebracht aan organisatie- en rendementsverbetering?
AS: ‘Onze visie is om stabiliteit voor de toekomst te creëren. Niet om rendement op korte termijn te scoren. Daar bereiken we helemaal niks mee. We nemen wel de tijd om goed te onderzoeken welke IT-oplossingen voor ons werken. We denken daarbij vooruit. Bijvoorbeeld voor de keuze van een boordcomputer vonden we het belangrijk dat foto’s van de deuren die we op de bouwplaats afleveren geüpload kunnen worden. Het heeft ons wat meer tijd gekost maar het heeft uiteindelijk geresulteerd in een boordcomputer die voor ons toekomstproof is.’
JvN: Welke uitdagingen liggen er voor jullie op gebied van digitalisering?
AS: ‘4PL is een stip op de horizon waar we volop mee bezig zijn te ontwikkelen. Daar zien we richting de toekomst nog veel perspectief: veel meer integratie in de keten van je klanten. We hebben een jong management team, goed opgeleide mensen die ook goed onderlegd zijn in de digitale mogelijkheden. We laten klanten proeven en voelen wat de voordelen van onze oplossingen zijn. Dat aanbieden en daar misschien niet meteen geld voor vragen maar als een extra service neerzetten. Tot het moment dat ze met vragen komen. Dan kom je op een next level en verwerf je het recht om die vraag te stellen.’