Wijziging in het aanbod vaste arbeidsomvang oproepkracht
Voor het werken met oproepkrachten, waarvan de oproepovereenkomst voldoet aan de definitie van het Burgerlijk Wetboek, gelden sinds januari 2020 specifieke regels.
Een ervan is dat de werkgever de oproepkracht, steeds als de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd, een aanbod moet doen voor een vaste arbeidsomvang ofwel aantal uren. Accepteert de werknemer het aanbod, dan is niet langer sprake van een oproepovereenkomst. Accepteert hij het aanbod niet, dan blijft de arbeidsovereenkomst op oproepbasis en moet de werkgever na iedere periode van 12 maanden opnieuw een aanbod voor een vaste arbeidsomvang doen.
Het aanbod met de vaste arbeidsomvang moet binnen één maand na het verstrijken van 12 maanden schriftelijk of elektronisch worden gedaan. En de vaste omvang, die moet worden aangeboden, is ten minste gelijk aan het gemiddelde aantal uren van de arbeid in de voorafgaande 12 maanden. Het gaat hierbij overigens om de verloonde uren. Dus ook ziekte-uren en uren waarop niet gewerkt wordt maar wel recht op loon bestaat, bijvoorbeeld vakantie-uren, tellen mee. De termijn voor aanvaarding van het aanbod bedraagt één maand.
Wijziging
Vanaf 1 juli 2021 geldt dat het aanbod van de vaste arbeidsomvang uiterlijk ingaat op de eerste dag nadat twee maanden zijn verstreken nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd. Dus stel dat de arbeidsovereenkomst op 1 juli twaalf maanden heeft geduurd, dan kent het aanbod een ingangsdatum van uiterlijk 1 september. Eerder mag ook. Verder blijft gelden dat voor de periodes arbeidsovereenkomsten worden samengeteld als zij elkaar opvolgen met tussenpozen van ten hoogste zes maanden. De tussenpozen zelf tellen niet mee.