Toelichting Dierlijke bijproducten (DBP) en afgeleide producten uit dierlijke bijproducten (AP)
De wettelijke eisen voor dierlijke bijproducten zijn geregeld in de Verordening (EG) nr. 1069/2009, de verordening (EG) nr. 142/2011, de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren, het Besluit dierlijke bijproducten en de Regeling dierlijke bijproducten 2011. Er zijn drie categorieën dierlijke bijproducten, waarmee in grote lijnen het volgende is toegestaan:
- Categorie 1: moet als afval worden verwijderd; in Nederland wordt het materiaal eerst verwerkt tot vleesbeendermeel en vetten en daarna verwijderd door verbranding;
- Categorie 2: mag worden verwijderd als afval, maar sommige producten mogen ook worden gebruikt in biogas- of composteerinstallaties of voor technische toepassing buiten de voedsel- en (dier)voederketen;
- Categorie 3: mag onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren, diervoeder en technische producten, maar kan ook worden gebruikt in biogas- of composteerinstallaties.
Bedrijven die iets met DBP of afgeleide producten hiervan doen, zoals verwerken of transporteren, moeten bij de NVWA erkend of geregistreerd worden. In het algemeen geldt dat voor bedrijven die DBP en transporteren een registratie is vereist (dus geen erkenning). Registratie voor transport is niet nodig wanneer een bedrijf al erkend is én met eigen transportmiddelen de eigen producten vervoert. Bijvoorbeeld: een bedrijf dat erkend is voor de verwerking van slachtbijproducten haalt met eigen vervoermiddelen de slachtbijproducten op bij de slachterijen om bij hun eigen bedrijf verwerkt te worden.
Bij het vervoer van dierlijke bijproducten is vereist dat op het wegvervoermiddel of op de recipiënt een etiket is opgenomen met daarop de vermelding van de categorie dierlijke bijproducten én de specifieke vermelding die behoort bij het te vervoeren product. Veelgebruikte etiketten zijn:
- ‘categorie 1’ en de woorden ‘uitsluitend geschikt voor verwijdering’ (zwart etiket),
- ‘categorie 2’ en de woorden ‘niet voor dierlijke consumptie’ (geel etiket),
- ‘categorie 3’ en de woorden ‘niet voor menselijke consumptie’ (groen etiket),
- voor mest geldt: ‘Categorie 2’ en het woord ‘mest’,
Hiernaast bestaan er voor specifieke producten aanvullende tekst en kleurcodes. Deze staan beschreven in Verordening (EG) Nr. 142/2011 (Bijlage VIII, hoofdstuk II) en zijn ook opvraagbaar bij TLN.
De belangrijkste eisen met betrekking tot vervoer van Dierlijke bijproducten (bijlage VIII bij EU Verordening nr. 142/2011) zijn:
- Vervoer DBP en afgeleide producten hiervan in gesloten nieuwe verpakkingen of lekvrije voertuigen,
- Voertuigen moeten schoon en droog zijn voor gebruik en voor zover nodig na elk gebruik gereinigd, gespoeld en/of ontsmet, om versleping te voorkomen,
- DBP en afgeleide producten hiervan bestemd voor de diervoederproductie moeten tijdens het vervoer op een geschikte temperatuur worden gehouden,
- Tijdens het vervoer moeten DBP en afgeleide producten vergezeld gaan van een handelsdocument,
- Bij binnenlands vervoer is het voorgeschreven handelsdocument niet noodzakelijk, maar kan een model document (b.v. een CMR) de partij vergezellen. Hierop moeten wel bepaalde gegevens zijn opgenomen: zie hiervoor Bijlage VIII, Hoofdstuk III, punt 6, f).
- De verzender en de vervoerder dienen tenminste twee jaar een kopie te bewaren van het handelsdocument. De ontvanger bewaart het origineel tenminste twee jaar.